Ego’s
Lokatie: | Wanne (België) | Lengte rit: | 109,6 | Hoogtemeters: | 1996 |
Tijd: | 04 uur, 34 minuten | Gemiddelde: | 24,1 Km/h | Beeld: | 11:17 |
Afgelopen weekend heb ik weer aan den lijve ondervonden dat figuren op –vaak fel gekleurde – fietsjes met ’n raar krom stuur een behoorlijk groot ego hebben. Ik was dit weekend namelijk op pad met oud-collega Pieter. Pieter is een echte polderboy. Pieter zat met vrouw en koter een weekend in Maastricht en dan moet er natuurlijk wat over heuvels en door dalen gefietst worden. Aangezien het heuvelland tijdens Hemelvaart overspoeld wordt Keverclubjes, Nordic Walk-roedels en kuddes Spartamet-trappers, kozen we zaterdag voor de Ardennen. Ondanks dat de Waalse Pijl was gecanceld besloten we toch naar Spa te gaan en daar op eigen houtje het grootste deel van het parcours te volgen.
Iedereen die wel eens de Waalse Pijl heeft gereden weet dat je als tweede klim al de beruchte Côte de la Redoute krjgt voorgeschoteld. Mocht je tot aan de voet van de klim nog niet weten hoe het is gesteld met de vorm van de dag, dan kom je er halverwege de klim wel achter. Voor me reden twee kerels, of beter gezegd; voor me kropen twee – ietwat corpulente – heren tegen het steile asfalt omhoog. Bij het voorbijgaan zei nummer twee: ”Nou, nou… ja hoor; doe maar net alsof het makkelijk is”. Ik antwoordde dat dat toch wel tegenviel en dat er nog genoeg op het programma stond om hier al de gaskraan open te trekken. Blijkbaar had mijn antwoord een deuk in meneer’s ego veroorzaakt want ’n half uurtje later kwamen we ze weer tegen. Pieter en ik hadden al weer twee forse klimmen achter de rug en bij het opdraaien van de weg tussen Remouchamps en Stoumont kwamen we ze weer tegen. In de verte had ik de twee dikbuiken al gespot en zag dat ze aanzetten om ons bij te halen.
Al briezend en blazend kwamen de heren langszij. ”Nu gaat het niet meer zo vlot hè,” hijgde er eentje. “Ja, en?” was mijn verbaasde antwoord. Terwijl ze uit het zicht verdwenen bedacht ik me dat de twee heren met geen mogelijkheid nog een klim hadden gedaan. Anders reden ze hier nu niet. Waarom ga je dan zoveel moeite doen om twee malloten voorbij te steken die de hele dag heuveltje op- en affietsen? Alleen maar om je veel te dure fiets te showen en te laten merken dat je ook best hard – op het vlakke – kan fietsen. Who the fuck cares! Hortend en stotend zagen we ze langzaam uit het zicht verdwijnen. Pieter en ik draaiden de volgende klim op. De andere twee volgden wederom het vlakke. Is ook een keuze?!
Deze week is ook de PROVADA in de RAI. Men noemt het dé vastgoedbeurs van Nederland. Aangezien wij als bureau redelijk dik in de vastgoedcommunicatie zitten hebben wij daar natuurlijk ook wat te zoeken. Iedereen die de PROVADA bezocht heeft, heeft kunnen zien dat men in Nederland nog steeds denkt dat betere tijden gaan herleven in vastgoedland. Ik sla een en ander met verbazing gade. Waarom? Nou, omdat ik recent vooral word geconfronteerd met de massale leegstand in Nederland. Volgens de laatste cijfers staat er in Nederland alleen aan kantoor- en bedrijfspanden zo’n 6.800.000 m² al jaren stof te happen. Met de leegstand in woonruimtes komen we al snel op 7,5 miljoen m². Lezend en kijkend over de PROVADA snap ik ondertussen dat mijn gespaarde pensioencentjes langzaam maar zeker als sneeuw voor de zon verdwijnen. Er is bij een aantal mensen echt al wel een lichtje gaan branden. Zij zien dat het zo niet verder kan en willen graag aan de slag met herontwikkeling van oude bebouwing. Maar iets houdt hen tegen. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het enige wat hen tegenhoudt de grote ego’s zijn van de ontwikkelaars die niet kijken naar wat de markt vraagt. Nee joh, ben je gek… er moet snel en makkelijk gescoord worden. Ach ja… da’s ook een keuze, niet waar?!
Gelukkig kunnen wij het ego van onze kleine baas nog sturen. En ik kan je zeggen daar zijn we ook behoorlijk druk mee. Voor Liewe is nu de fase aangebroken dat hij vindt dat ie alles zelf moet kunnen. Bijvoorbeeld avondeten. Tot voor kort was het avondeten altijd eenzelfde ritueel. Zitten in je stoel, plastic slabber om, giechel open en laaien maar. Da’s nu dus een heel ander verhaal. Meneer heeft ’n ego hoog te houden. Meneer moet ’t zo nodig zelf doen. Als we zeggen dat we gaan eten en je wilt ’m in z’n stoel zetten, werpt ie zich op de grond en mompelt iets in de trant van ‘zelf doen!’ Eenmaal zelf in z’n stoel geklauterd wil ie ook zelf z’n slapper om doen. Hij krijgt z’n bordje voorgeschoteld om vervolgens met z’n vorkje beginnen te prikken. Da’s ook het moment waarop het ’feest’ begint. Soms steekt ie z’n vork zo ver in z’n mond dat ie zit te kokhalzen en soms zit ie zo druk te prikken dat alles zo van z’n bordje afschiet. En dan; dan is z’n ego gebroken. Dan wordt ie giftig! Op dat moment proberen wij ’m uit te leggen dat het allemaal niet zo erg is. Maar ja, begrijpen doet hij het niet. Het enige wat Liewe dan kan doen, is z’n gekrenkte ego botvieren op z’n doperwtjes. Weg moeten ze; rotzakken!
Ik ga nog maar wat doperwten uit het tapijt pulken; en dat is geen keuze!
Eet smakelijk.
Keuzes
Lokatie: | Ans (Luik, België) | Lengte rit: | 103,6 | Hoogtemeters: | 1286 |
Tijd: | 04 uur, 13 minuten | Gemiddelde: | 24,9 Km/h | Beeld: | 12:02 |
Mmmm… hazelnoot of chocolade? Waarmee zal ik m’n gezicht eens van oor tot oor volsmeren en bij papa op z’n witte blouse afvegen? Liewe had met die keuze weinig moeite. Gewoon allebei. In grote halen met z’n kleine tongetje slurpte de kleine baas z’n ijsco naar binnen. Met een dikke grijns en vol trots zat ie buiten op het terras in z’n stoel; voor het eerst in z’n leven met een grote hoorn en twee bollen ijs. Niet alleen zat z’n hele gezicht onder het ijs; ook z’n nieuwe shirtje kon linea recta naar de vuilnisbak verwezen worden. Als vader heb ik ondertussen geleerd dat het voor kinderen erg moeilijk is om te antwoorden op open vragen. Eigenlijk moet je ze maar twee opties bieden. Ja of nee. Of nog beter… Alleen ’ja’!
Zou dat ook bij klanten helpen, vraag ik me nu af. In mijn vak zie ik het namelijk te vaak gebeuren dat klanten voor keuzes worden gesteld die ze; of niet kunnen beantwoorden of niet durven te beantwoorden. Keuzes werken als ruis op de lijn tussen opdrachtgever en bureau. Mensen die in ’het vak’ zitten, kennen wel de stelling; ’maak nog maar wat lelijks, dan kiezen ze het tenminste niet’. En wat kiezen ze dan? Juist… net datgene waar je nou nét niet mee door wilde. Of het nu om een strategisch plan gaat of om het ontwerp van ’n logo of website. Klanten die je keuzes geeft, kiezen vaak voor het ’minste’. Waarom ze kiezen voor het minste? Ik denk vaak gebrek aan lef. Want ach; steek je met je kop boven het maaiveld uit, nou dan weet je wat er met je kop kan gebeuren. Probleem is dat klanten eigenlijk altijd vragen om de mogelijkheid tot het maken van keuzes. Over het algemeen is dat niet omdat ze niet geloven dat als je met één voorstel komt, dat ook meteen het beste is. Maar men wil gewoon wat te kiezen hebben.
Ik heb het al zo vaak meegemaakt dat ik ergens een presentatie hield en daarvoor – omdat daar om gevraagd werd – drie voorstellen had uitgewerkt. Sta ik daar weer alles uit de kast te halen en met vol enthousiasme een betoog te houden voor ’voorstel X’. Voorstel X voldoet immers aan de eisen zoals gesteld door de opdrachtgever, daarbij past het het best bij de ambities en de strategie. Dan ’n dag later… Tring… belletje van de directie. Nou Jorg, ik heb ’t nog eens aan moeder de vrouw laten zien en we kiezen – ondanks je goede verhaal – toch voor optie B, maar dan in het roze! Ja mensen… aan moedersch de vrouw. Normaal brengt ze het kroost naar school of schilt ze de piepers; nee, niet vandaag! Vandaag bepaalt ze het visuele uithangbord voor de komende twintig jaar van de tent van manlief. Zonder enige onderbouwing en zonder achtergrond informatie! Is meneer de directeur nu zo‘n lul met vingers of ben ik onverstaanbaar en heb ik een slechte presentatie gegeven? Nou, ik durf wel te zeggen dat ik heldere en goed onderbouwde presentaties geef; Ik zeg dus weg met de opties. Weg met voorstel A,B of C. Je kan kiezen tussen X en X. Gewoon omdat het goed is! Geloof mij nou maar.
Weet je wat het is; nadat je professionals heldere keuzes hebt laten maken kun je altijd nog wel een goede inhoudelijke discussie voeren over de nuances. Zo ook deze week op de fiets. Fietsmaat Martijn opperde om de finale van Luik-Bastenaken-Luik te rijden. Daarop plande ik een route met daarin de belangrijkste klimmen uit de finale. Huppatee, gewoon alles achterelkaar afwerken zoals het hoort; Côte du Maquisard, Mont Thuex, Côte de la Redoute, Côte de Hornay, Roche aux Foucons en als huzarenstukje nog even – net als winnaar van afgelopen zondag, Phillip Gilbert – de Saint Nicolas ’afraffelen’. Mijn voorstel werd vakkundig goedgekeurd behoudens de aanloop. Die was te ’grillig’. Kijk da’s ’n nuance waar je over kunt discussiëren. Na kort mailverkeer werd de uiteindelijk route vastgesteld en op maandagochtend als zodanig afgewerkt. Samen concludeerden we tijdens de beklimming van de Roche aux Foucons dat deze helse klim – waar je hart naar je strot klimt – thuis hoort in La Doyenne. Deze – sinds een jaar of vier – opgenomen klim in het parcours is de nuance die een toch al goed plan z’n glans geeft.
Niks aan doen dus; aan dat plan. Gewoon laten zoals het is.
Daarentegen wil ik – om af te sluiten- de organisatie van de Amstel Gold Race wel de optie voorleggen om de Fromberg (te flauw) in de finale te schrappen en de finale te laten bestaan uit het volgende riedeltje; Drielandenpunt, Kruisberg, Eyserbosweg, Dodeman, afdalen Sibbegrubbe en finishen op de Keutenberg 500 na de top. Ik bedoel: als je kunt finishen in ’t foeilelijke Ans, dan moet dat toch ook kunnen op de Keutenberg.
Geloof mij nou maar. Niks meer aan doen!
Wat de pot schaft
Lokatie: | Moerslag | Lengte rit: | 114,7 | Hoogtemeters: | 1213 |
Tijd: | 04 uur, 31 minuten | Gemiddelde: | 25,3 Km/h | Beeld: | 14:24 |
Aangezien de lente nu echt is begonnen weet Marjolein dat daarmee ook de fietskoorts weer in alle hevigheid is losgebarsten. Elke week is er wel ergens een koers. Natuurlijk eerst in ’Bels’ met alle klassiekers in Vlaanderen, om dan kortstondig in Frankrijk en bij ons de grens over te komen voor – respectievelijk – de Hel van het Noorden en de Amstel Gold Race. Zijn die twee gereden, dan wordt het tijd voor de- in mijn ogen – twee mooiste koersen van het seizoen. Voor de Waalse Pijl neem ik zelfs vrij als het moet. Niet dat het koersverloop altijd even mooi is, maar de omgeving waar het zich afspeelt is ongeëvenaard. Zoals ik al eerder heb aangeven ( filmpje ) heb ik iets met contrasten. En juist Luik Bastenaken Luik en Le Fleche Wallon zijn koersen van weinig nuance. Gewoon afslikken zoals het wordt opgediend. Niet janken… gewoon happen!
Dit motto geldt dus ook voor de zondagmiddagen. Als het koers is, is er geen tijd voor Bumba, Plop, Teletubbies of Eigen Huis en Tuin op televisie. Met een Jupiler in de hand wordt gekeken naar de koers, punt. Marjolein is er intussen wel aan gewend, Liewe allesbehalve. Die verveelt zich stierlijk en loopt dus zo veel mogelijk voor het beeld langs of smijt met Duplo-blokken naar m’n hoofd, hopend op wat onverdeelde aandacht. Ik zet ’m dan vervolgens in de ’negeerstand’. En dat pikt ie niet! En dat zal ik weten ook. Hij moet hebben gedacht ‘jij mij in de negeerstand’, dan ik jou!” En dus zit ik nu elke zondagavond vol met voorgekauwd eten op m’n gezicht. Bij elke hap die ik wil geven slaat hij, óf de lepel uit m’n handen, óf hij spuugt het hele spul ’return to sender’. Zodoende sta ik mijn wenkbrauwen te ontdoen van lauwe macaroni, of voor de spiegel vissticks uit m’n haar te plukken. En meneer, meneer vermaakt zich kostelijk. Met een dikke grijns zit ie me keer op keer gewoon uit te lachen?!
Eerlijkheidshalve moet ik toegeven dat dit niet alleen gebeurt tijdens dagen dat er iets met fietsen op TV is. Eigenlijk is het zo dat we druk bezig zijn om meneer te laten eten wat de pot schaft. Alleen is meneer het er nog niet zo mee eens. Inmiddels zijn we zover dat we ons afvragen of we het varkenshaasje met brie en Provinciaalse aardappeltjes uit de oven ook in de blender moeten kiepen en het dan volgens het aloude ’trechter met slang’ -recept moeten laten afglijden? Of zou het helpen als we een infuusje aanleggen?
Zo’n infuusje zou trouwens afgelopen zondag bij sommige deelnemers van de eerste toertocht van dit seizoen ook geen overbodige luxe zijn geweest. Dit weekend werd niet alleen de Hoogmis in Vlaanderen gereden. Nee, wij – de mindere goden – reden de Hel van het Mergelland. Voor het eerst in zijn bestaan ook georganiseerd als toertocht. Daags na de profs mocht het ‘pleps’ over het zelfde parcours bollen.
Een ’Hel’ zou het worden. De eerste uurtjes in prachtige zonneschijn gevolgd door bakken met zeiknatte, vieze, koude regen. Ik reed met wat mensen van ANDI-druk en onze ontwerpcollega’s uit Maastricht van Zuiderlicht. Martijn en Paul besloten al vrij snel op eigen tempo te rijden en kwamen dus zonder al te veel moeite over de finish. Anders was het – ondanks de oudewijvenafstand die we reden – met Sjef. Sjef kwam goed mee tot aan de twee-na-laatste klim. Daar stond hij totaal geparkeerd, evenals als bij ‘Le Waides” welke als laatste klim van de dag een mooie finale. Toen ie boven kwam zei ik tegen ’m: ”Ik had je gewaarschuwd!” Ach, zei Ron… ”Je moet het tot je nemen zoals het komt; gewoon even slikken en weer doorgaan”. De laatste kilometers heeft Sjef ‘lekker’ aan het elastiek gehangen. Michel Wuyts zou zeggen ‘hij zit tussen z’n kader geplooid!’ Moe maar voldaan stapte Sjef in Eijsden van z’n fiets. Hopend op ’n infuusje hersteldrank.
Om terug te komen op datgene waar ik mee begon: Mijn liefde voor de Waalse koersen komt eigenlijk door het decor. Het decor van de rauwe stad en de lieflijke schoonheid van het Luikse achterland. Ik ben van mening dat die contrasten waardevol zijn voor Maastricht Culturele Hoofdstad 2018. Misschien komt het omdat ik een buitenstaander ben, maar als ik in, en om Luik vertoef, dan voelt het authentiek. Luik en achterland versterken elkaar. Na jaren van verval staat de regio daar letterlijk en figuurlijk in bloei. De Waalse overheid stampt her en der projecten uit de grond, met als doel het verrijken van de toekomst met een groot historisch besef. Alleen al de manier waarop ze het prachtige station Guillemins hebben ingepast in de context van de stad is noemenswaardig. Lezend op de website van Maasticht 2018 over wat de plannen zijn om de titel in de wacht te slepen, kan ik alleen maar hopen op dat ze de contrasten van de diverse deelnemende regio’s weten te waarborgen. Maastricht is geen Luik, net als Sittard geen Aachen is; laat staan dat je Eijsden-Margraten kunt vergelijken met Eupen. Maak het niet tot ’n eenheidsworst. Dat slikt te makkelijk af. Soms moet het ook even pijn doen. Want als het pijn doet; dan moet je maar wat beter je best doen.
Bon Appetit!
Feestje
Lokatie: | Sippenaeken (België) | Lengte rit: | 125,2 | Hoogtemeters: | 1368 |
Tijd: | 05 uur, 02 minuten | Gemiddelde: | 25,1 Km/h | Beeld: | 14:08 |
Daar stonden we dan; de bedoeling was eigenlijk dat we met ’n man of vier zouden zijn, maar helaas, voor de één was het te vroeg, de ander had geen zin meer en nog een ander had elders verplichtingen. Uiteindelijk stonden we dus met z’n tweeën om zeven uur ’s ochtends in de vrieskou te blauwbekken voor een trainingsritje van ’n uurtje of vijf. Ik kende Cees alleen van ’n forum. Aldaar waren we ’n keer in gesprek gekomen over een – nog op te richten – tourclubje van vrije vogels. Nu de lente was begonnen, moest er ook maar eens ’n begin gemaakt worden met dat tourclubje. In de naïeve veronderstelling dat ik als jonge wielergod de meeste andere (fanatieke) toerders wel kon bijbenen, verdween net zo snel als de lichte mist in de Zuid-Limburgse dalen voor het bleke lentezonnetje.
Nondeju! Onder het mom van opwarmen reden we met dik dertig in ’t uur Maastricht uit. Op het tweede klimmetje van de dag – na krap twintig minuten onderweg te zijn – dacht ik; ”dit ga in never vijf uur lang volhouden”. Cees bleek een überfanatieke fietser. Zo eentje van in de winter op de Tacx en hij had bovendien diverse tochten op z’n naam staan die ik voorlopig alleen nog maar op het verlanglijstje heb. Je kent het wel… La Marmotte, Trois Ballons, Maratona dles Dolomites, dat werk. Ondanks dat het in het begin hard ging, heb ik afgelopen zondag echt genoten. Naarmate de ochtend vorderde begon ik lekkerder te trappen. Ik kon mijn metgezel van de dag, die een echte Sjeng bleek te zijn, zelfs over een aantal voor hem nog onontgonnenwegen laten rijden. Bijna thuis – tenminste dat dacht ik – riep Cees; ”We hebben nog effe; laten we er nog een slinger naar Beek aan geven!” “Prima,” zei ik. Het feestje kon me niet lang genoeg duren.
Datzelfde moet Liewe trouwens de dag ervoor ook hebben gedacht. We waren zaterdag op het verjaardagsfeestje van Pleun. Pleun werd één jaar en dat heuglijke feit moest gevierd worden. Dus hup in de auto, op naar Den Bosch. Na binnenkomst heeft Liewe eerst een uur lang op één en dezelfde plek gestaan. Het was alsof er Bizonkit onder z’n zolen zat. Stokstijf bevroren heeft ie zich een uur lang – met ’n ballonnetje onder z’n armen – aan allerlei pluimage volk staan te vergapen. Eenmaal ontdooid had meneer het voor de rest van de dag gemunt op alles wat er te eten was, zolang het maar geen groente was of er ook maar enigszins op leek. Chip, koekjes, stokbrood, kroepoek, Tucies, Lange Vingers, schuimpjes en pannekoeken. Alles moest naar binnen en afgeslikt worden met een pakje Fristi. Ja, Fristi! Niet uit een beker, nee, dat moet meneer niet meer. Meneer wil ’n rietje. Want dat kan ie! De hele dag is de kleine baas druk in touw geweest. Niks wilde hij missen van dit feestje. Voetballen, lummelen, klimmen, kleuren, racen en fietsen; alles heeft ie gedaan. Om 19:30 reden we weg uit Den Bosch, om 19:31 lang meneer keihard te snurken achter in de auto. Bekaf, maar voldaan.
Datzelfde heb ik vandaag gevoeld. Ik lig dit stukje in bed te typen. Met de luiken op half zeven. Nog even en ik heb stokjes nodig voor de laatste paar regels. Waarom? Nou, vandaag was weer een feestje. Na een aantal hectische weken met allerlei klussen en pitches was het vandaag weer eens een papadag zoals die horen te zijn. Geen telefoon, geen e-mail; gewoon even geen werk en geen gedoe. Vandaag was het ons feestje. Zoals elke twee weken eerst naar zwemles waar Liewe als een echte Van den Hoogenband door het water snijdt. Na het zwemmen is het tijd voor ’n fruithapje en een ochtenddutje om zo weer fit en vol energie aan de middag te beginnen. Omdat het echt lente aan het worden is en ik over twee maanden de Waalse Pijl wil rijden besloten Liewe en ik maar een rondje krachttraining te doen. Op de fiets van Marjolein – stadsfiets met fietstas, drie versnellingen en kinderzitje – reden we eerst de Bemelerberg op, de Rasberg af en daarna de Kuitenberg weer op. Ik kan je verzekeren: met ’n koter van twaalf kilo voor op het stuur kost dat een hoop kracht. In Meerssen namen Liewe en ik op het terras ’n stevige pannenkoek met stroop. Ik een Ice Tea, hij – hoe kan het ook anders – een Fristi.
Met ’n rietje graag, mevrouw. ’t Is immers feest!