Verslaafd

juli 20, 2010 – 21:42

Verslaafd

Lokatie: Xhierfomont (Belgie) Lengte rit: 88,91 Hoogtemeters: 1502
Tijd: 04 uur, 20 minuten Gemiddelde: 20.6 Km/p/u Beeld: 12:04

Het zweet liep als een bergbeekje door mijn bilnaad. Ik had paniekaanvallen en een enorme drang tot het consumeren van mijn drug. En toch, toch kom ik er nu pas achter dat ik eigenlijk hartstikke verslaafd ben. Verslaafd aan informatie. Om nog specifieker te zijn: ik ben verslaafd aan informatie en de drang iets te moeten doen met die verworven kennis. Wat, dat maakt niet uit, als ik er maar wat mee kan.

De eerste confrontatie met mijn verslaving sloeg in als een bom. We waren, nu een week of drie geleden, aangekomen in onze vakantievilla, ergens in de buurt van Nîmes. Je zou zeggen: mooi! Biertje tikken, zwembroek aan en het zwembad induiken. Nee hoor, niets daarvan. Ik was bij aankomst op zoek naar de toegangspoort tot de informatievergaarbak die internet heet. Helaas pindakaas. Niets, nikkes, njènte, nada. Zelfs mijn iPhone had hier nul ontvangst. Hoe moest dat dan nu met de weersverwachtingen? Betekende dit gemis aan toegang tot het wereldwijde web, dat we op zoek moesten naar het plaatselijke VVV, om informatie in te winnen wat er zoals te doen was hier in de buurt? Kon het gebiedspromotieproject ’Mooi Noord’ in Leiden wel doorgang vinden zonder dat ik mijn mail kon checken? Kon ik de lopende projecten op mijn werk wel loslaten? Tot overmaat van ramp kon ik de door mijn Garmin vergaarde ritinformatie van mijn fietstochten in de buurt van ons eerste vakantieadres, niet uitlezen. Ik was vergeten de software op mijn nieuwe laptop te installeren. Kijk, en daar kan ik dus heel slecht tegen, daar word ik heel chagrijnig van. Niet weten wat de maximum hellingsgraad was, niet weten wat mijn hoogste hartslag is geweest, niet weten hoe deze rit in vergelijking met die van twee dagen geleden was.

Ik heb trouwens een donkerbruin vermoeden dat de drang naar informatie en cijfers in de familie zit. Afgelopen zondag was ik met mijn jongere broer Bob een rondje rijden door de Ardennen. Bob sport zo goed als nooit, maar heeft een ongelofelijk doorzettingsvermogen. We stapten op in Pepinster om vanuit daar ruim 80 kilometer en 1400 hoogtemeters weg te trappen. Vijf minuten na het verlaten van de parkeerplaats stak de familieverslaving al de kop op. ‘Hoe hard rijden we hier en wat doe jij op dit stuk normaal gemiddeld?’ Fijn om te zien dat ik niet de enige nerd in de familie ben die dit soort zinloze informatie toch uiterst interessant vindt. Na vijf beklimmingen was Bob meer dood dan levend. Hij had zich een ware Kenny van Hummel gevoeld. Helemaal alleen, verlaten door teamgenoten, zichzelf naar boven hijsen om in de verte alweer de volgende klim te zien opduiken. Onder aan de voet van de laatste klim (Côte du Rosier) kwam Bob naast me rijden. ‘Zeg, Jorg, hoe lang is deze klim en wat is het gemiddelde stijgingspercentage en hoe steil is het steilste stuk?’ Eigenlijk had ik moeten zeggen dat het zo steil en zo zwaar zou zijn als zijn benen hem zouden vertellen. Maar nee hoor. Als cijferneuker kwam ik weer met feitjes op de proppen: ‘4,5 kilometer lang. 5,7% gemiddeld met 12% als hoogste stijgingspercentage. Hier heb je nog ’n banaan, ’n gelletje en twee Dextro’s; succes ermee. Ik zie je boven!’

Ondertussen ben ik er wel achter dat de wereld prima verder draait zonder dat ik op de hoogte ben van alles wat er gaande is. Het BP olielek is nog steeds een gapend gat in de oceaanbodem. We hebben nog steeds geen kabinet. Oranje wordt, ook zonder mij, nog steeds geen wereldkampioen. Wim-Lex en Maxima hebben voor hun vakantiehuisje in Mozambique nog geen geschikte koper kunnen vinden. En mijn werk; ach, dat had ik zo goed overgedragen dat het bij terugkomst op kantoor zelfs zonder mij verder kan draaien. Dat geeft mij de tijd om me toe te leggen op een paar mooie nieuwe klussen. Nieuwe klussen, dat brengt ook weer nieuwe informatie. En nieuwe info; daarvan kun je leren.

Ook onze kleine surfgod is trouwens continu op zoek naar nieuwe informatie. Liewe is nu in een fase gekomen die hem, door middel van over de grond tijgeren, in staat stelt om op strooptocht te gaan. Als hij echt zin heeft, maakt Liewe tochten van ’n uur of twee. Daarna is ie zo moe van het verwerken van al die ingewonnen informatie dat ie midden in de woonkamer in slaap valt. Mond wagenwijd open, armen en benen wijd gespeid, totaal knock-out. Het is geweldig om te zien hoe het mannetje de tas van mama van de stoel trekt en daar binnen no time de zonnebril, diverse lipglossen, portemonnee en mascara’s uit weet te trekken. Wat alleen zo jammer is, is dat Liewe nog een beetje moeite heeft met het opslaan van al deze informatie. Nadat ik hem deze week al zesendertig keer net op tijd onder het wijnrek uit heb getrokken en hem heb uitgelegd dat ie daar pas over een jaar of 16 aan mag komen, kruipt ie nu, op moment van schrijven, alweer richting de interne drankhandel. Horendol word je ervan. Ik denk dat het tijd wordt om hem maar eens voor de zevenendertigste keer te gaan vertellen dat ie daar met z’n tengels van af moet blijven. Hopelijk kan ie het nu wel onthouden!?

Hey Bob… petje af trouwens!
88 kilometer, ruwweg 1500 hoogtemeters in 4 uur en een paar minuten. En dat gereden op de 20 jaar oude Jansen-Oomen van ‘ons’ pa. Met als lichtste verzet 42/28. Nog even zo doorgaan en je kunt jezelf volgende keer een heuse Contador voelen en me verrassen met een splijtende demarrage op de Stockeu.

Tags: , , , , , , , ,