Keuzes
Lokatie: | Ans (Luik, België) | Lengte rit: | 103,6 | Hoogtemeters: | 1286 |
Tijd: | 04 uur, 13 minuten | Gemiddelde: | 24,9 Km/h | Beeld: | 12:02 |
Mmmm… hazelnoot of chocolade? Waarmee zal ik m’n gezicht eens van oor tot oor volsmeren en bij papa op z’n witte blouse afvegen? Liewe had met die keuze weinig moeite. Gewoon allebei. In grote halen met z’n kleine tongetje slurpte de kleine baas z’n ijsco naar binnen. Met een dikke grijns en vol trots zat ie buiten op het terras in z’n stoel; voor het eerst in z’n leven met een grote hoorn en twee bollen ijs. Niet alleen zat z’n hele gezicht onder het ijs; ook z’n nieuwe shirtje kon linea recta naar de vuilnisbak verwezen worden. Als vader heb ik ondertussen geleerd dat het voor kinderen erg moeilijk is om te antwoorden op open vragen. Eigenlijk moet je ze maar twee opties bieden. Ja of nee. Of nog beter… Alleen ’ja’!
Zou dat ook bij klanten helpen, vraag ik me nu af. In mijn vak zie ik het namelijk te vaak gebeuren dat klanten voor keuzes worden gesteld die ze; of niet kunnen beantwoorden of niet durven te beantwoorden. Keuzes werken als ruis op de lijn tussen opdrachtgever en bureau. Mensen die in ’het vak’ zitten, kennen wel de stelling; ’maak nog maar wat lelijks, dan kiezen ze het tenminste niet’. En wat kiezen ze dan? Juist… net datgene waar je nou nét niet mee door wilde. Of het nu om een strategisch plan gaat of om het ontwerp van ’n logo of website. Klanten die je keuzes geeft, kiezen vaak voor het ’minste’. Waarom ze kiezen voor het minste? Ik denk vaak gebrek aan lef. Want ach; steek je met je kop boven het maaiveld uit, nou dan weet je wat er met je kop kan gebeuren. Probleem is dat klanten eigenlijk altijd vragen om de mogelijkheid tot het maken van keuzes. Over het algemeen is dat niet omdat ze niet geloven dat als je met één voorstel komt, dat ook meteen het beste is. Maar men wil gewoon wat te kiezen hebben.
Ik heb het al zo vaak meegemaakt dat ik ergens een presentatie hield en daarvoor – omdat daar om gevraagd werd – drie voorstellen had uitgewerkt. Sta ik daar weer alles uit de kast te halen en met vol enthousiasme een betoog te houden voor ’voorstel X’. Voorstel X voldoet immers aan de eisen zoals gesteld door de opdrachtgever, daarbij past het het best bij de ambities en de strategie. Dan ’n dag later… Tring… belletje van de directie. Nou Jorg, ik heb ’t nog eens aan moeder de vrouw laten zien en we kiezen – ondanks je goede verhaal – toch voor optie B, maar dan in het roze! Ja mensen… aan moedersch de vrouw. Normaal brengt ze het kroost naar school of schilt ze de piepers; nee, niet vandaag! Vandaag bepaalt ze het visuele uithangbord voor de komende twintig jaar van de tent van manlief. Zonder enige onderbouwing en zonder achtergrond informatie! Is meneer de directeur nu zo‘n lul met vingers of ben ik onverstaanbaar en heb ik een slechte presentatie gegeven? Nou, ik durf wel te zeggen dat ik heldere en goed onderbouwde presentaties geef; Ik zeg dus weg met de opties. Weg met voorstel A,B of C. Je kan kiezen tussen X en X. Gewoon omdat het goed is! Geloof mij nou maar.
Weet je wat het is; nadat je professionals heldere keuzes hebt laten maken kun je altijd nog wel een goede inhoudelijke discussie voeren over de nuances. Zo ook deze week op de fiets. Fietsmaat Martijn opperde om de finale van Luik-Bastenaken-Luik te rijden. Daarop plande ik een route met daarin de belangrijkste klimmen uit de finale. Huppatee, gewoon alles achterelkaar afwerken zoals het hoort; Côte du Maquisard, Mont Thuex, Côte de la Redoute, Côte de Hornay, Roche aux Foucons en als huzarenstukje nog even – net als winnaar van afgelopen zondag, Phillip Gilbert – de Saint Nicolas ’afraffelen’. Mijn voorstel werd vakkundig goedgekeurd behoudens de aanloop. Die was te ’grillig’. Kijk da’s ’n nuance waar je over kunt discussiëren. Na kort mailverkeer werd de uiteindelijk route vastgesteld en op maandagochtend als zodanig afgewerkt. Samen concludeerden we tijdens de beklimming van de Roche aux Foucons dat deze helse klim – waar je hart naar je strot klimt – thuis hoort in La Doyenne. Deze – sinds een jaar of vier – opgenomen klim in het parcours is de nuance die een toch al goed plan z’n glans geeft.
Niks aan doen dus; aan dat plan. Gewoon laten zoals het is.
Daarentegen wil ik – om af te sluiten- de organisatie van de Amstel Gold Race wel de optie voorleggen om de Fromberg (te flauw) in de finale te schrappen en de finale te laten bestaan uit het volgende riedeltje; Drielandenpunt, Kruisberg, Eyserbosweg, Dodeman, afdalen Sibbegrubbe en finishen op de Keutenberg 500 na de top. Ik bedoel: als je kunt finishen in ’t foeilelijke Ans, dan moet dat toch ook kunnen op de Keutenberg.
Geloof mij nou maar. Niks meer aan doen!
Buikpijn
Lokatie: | Valkenburg | Lengte rit: | 74,8 | Hoogtemeters: | 586 |
Tijd: | 03 uur, 01 minuten | Gemiddelde: | 24,7 Km/h | Beeld: | 11:59 |
Buikpijn heb ik ervan. Waarschijnlijk gaat mijn buikpijn voorlopig ook niet over. Mijn buikpijn heb ik te danken aan onze volksvertegenwoordigers in Den Haag. En hoogstwaarschijnlijk ben ik niet de enige met buikpijn. Er zullen wel meer mensen zijn waar de kosten voor smurfenopvang de pan uit rijzen. Dik zevenhonderd euro gaan we dit jaar méér betalen aan de opvang van de kleine baas. Da’s toch niet normaal meer; of heb ik nu een slag van de molen gekregen? En dan roepen ze in Den Haag dat ze de arbeidsparticipatie van de vrouw willen stimuleren. Nou stelletje pipo’s; goed bezig! We hebben thuis even zitten rekenen en onze koopkracht gaat harder naar beneden dan de schrijver van deze blog in de afdaling van de Ventoux.
Maar niet getreurd, we hebben een remedie gevonden voor deze kwaal. Liewe krijgt van ons gewoon een broertje of een zusje. Marjolein gaat stoppen met werken, dus Liewe hoeft niet meer naar de opvang. Hij heeft dan thuis al een speelkameraad. We krijgen er ook nog een klein beetje kinderbijslag bij, dat we vervolgens maar meteen doorsluizen naar onze – nog duurder geworden – zorgverzekering. Ik hoor het meneer Bakellende een paar jaar geleden in een toespraak nog roepen: ’Lieve mensen, we hebben het een tijdje zuur gehad, binnenkort komt het zoet’. Nou, hooggeachte inspiratieloze soepstengel, het is ondertussen zo zuur geworden dat bij mij de kiezen spontaan uit m’n bek springen.
Ik probeer Liewe uit te leggen dat de buikpijn voorlopig nog even aanblijft, als het een beetje tegen zit zelfs nog een jaar of drie. Ik zeg ’m dan; ’nou mennekke, je vader is nooit thuis omdat ie heel hard moet werken en er geen reet aan overhoudt,omdat de overheid liever centjes uitgeeft aan wachtgeld, snoepreisjes en veel te dure oorlogsvliegtuigjes. En dat allemaal in plaats van cultuur, onderwijs en opvang voor onze toekomst. Tja vriend, dat jij toevallig die toekomst bent, dat maakt ze in Den Haag schijnbaar geen ene flikker uit!’
Met buikpijn zat ik dit weekend ook weer op de fiets. Het broodje tonijnsalade van de dag eerder speelde me nog steeds parten. Ik had met Martijn om 08:30 afgesproken op de gebruikelijke stek. En om de regen te vermijden reden we een – achteraf gezien heel mooi – geïmproviseerd rondje. Als een natte krant met een buik vol stenen fietste ik rond. Bij Martijn was het al niet veel beter, die klaagde steen en been over pijn in z’n nek. Lekker klagen op de fiets; we leken wel twee oude zemelaars. Was het niet over lichamelijke gebreken, dan was het wel over de troep op straat. Sneeuw en pekel is dan wel verdwenen maar je krijgt er steentjes en ander bandenprikspul voor terug. De onvermijdelijke platte band kon dus ook niet uitblijven en diende zich vlak voor thuiskomst nog even aan. Na de pijlsnelle bandenwissel reden we in Maastricht de Maas over en het gesprek kwam op iets in de media wat ons deze week beiden had verbaasd.
Ergens afgelopen week was er een item in het journaal over de waterstand van de Maas en de overvolle riviertjes hier in de regio. Altijd ’leuke’ beelden… mensen die met hun nieuwe flatscreen boven het hoofd proberen het droge te bereiken. Vraagt de interviewer aan een ’bepaald’ karakter waar die hoge waterstand vandaan komt. Zeg die man: (accent aan) ’jaha, daar in Hojant kan de sneeuw wel weg zien, moar hie in Limburg ligge nog heeje bergege’(accent uit). Man man man, van dat soort teksten draait je maag spontaan om! ’Daar in Holland’ en ’hier in Limburg’.
Beste man dit ’is’ Nederland.
P.S. succes bij de mediamarkt
Nieuwe ronde, nieuwe kansen
Lokatie: | Cheratte (België) | Lengte rit: | 68,3 | Hoogtemeters: | 603 |
Tijd: | 02 uur, 43 minuten | Gemiddelde: | 25,2 Km/h | Beeld: | 12:03 |
Al vier weken achter elkaar stond ik elk weekend bijna huilend door het raam naar buiten te staren. Gek werd ik d’r van; altijd maar die witte prut op straat. Sneeuw is leuk, maar toch echt alleen als het onder m’n snowboard zit! Tijdens elke week die weer voorbij ging, voelde ik mijn pens ’n centimeter groeien. Ik heb ook serieus op het punt gestaan om zo’n binnentrainer te kopen. Het beeld van mezelf hijgend in ’n spandex broekje al fietsend voor een beeldscherm – met daarop een virtuele Alpe d’Huez of la Marmotte – weerhoudt me echter van het kopen van zo’n ding. Jammer voor meneer Tacx, maar binnen fietsen is toch (nog) echt niets voor mij. Ik wacht wel op mijn kans.
Die kans kreeg ik na een rustige nieuwjaarsnacht bij vrienden in Den Bosch. ’s Ochtends keek ik wederom uit het raam. Tot mijn blijde verbazing was de dooi ingevallen en de meeste sneeuw wel verdwenen. Ik trok m’n pakkie aan, vulde een bidon met kokend water, pompte mijn bandjes op en stak een krentenbol in m’n snavel. Weg was ik. De eerste rit van het nieuwe jaar. Oei, wat was het koud! En; oei, waar wat was mijn conditie achteruit gehold in vier weken niets doen.
Afgelopen zondag maakte ik gelijk de tweede rit van het jaar. Eventjes naar Luik en terug; hier en daar een pukkel meepakkend voor de broodnodige krachttraining. Na ruim 600 hoogtemeters in krap 60 km vond ik het wel genoeg voor de tweede rit van het jaar. Bijna thuis, hoor ik achter me: pfffffffff. Shit. Lek! Tsja, daar stond ik dus. Probeer maar eens, al klappertandend, met stijf bevroren jatten een bandje te verwisselen. ’n half uur en een heel scheldwoordenboek verder kon ik mijn weg weer vervolgen. En ja hoor, nog geen 800 meter verder, weer lek. Dikke lul d’r mee; dacht ik. Nog 7 kilometer doorploegen en dan sta ik prinsje heerlijk onder de hete douche. Volgende week ’n nieuwe ronde met nieuwe banden.
Qua werk hoop ik dat we de koers van afgelopen jaar kunnen door zetten. We hebben gewerkt aan mooie, spraakmakende en leuke projecten. Onder andere de huisstijl voor Eijsden-Margraten, een landelijk communicatie- en beursconcept voor Bouwfonds en een mooi verhaal met dito uitvoering voor Sabic. Voor de laatst genoemde zijn we druk bezig met een animatie voor de lancering van een aantal nieuwe producten. Heel spannend, maar geweldig om aan te werken. Voor mezelf in het bijzonder omdat ik aan de basis mocht staan van deze projecten. Het is erg inspirerend om te zien dat de strategie die je hebt opgezet ook werkt in de uitvoering. En als kers op de taart die 2010 heet, kwam de vraag van stichting Zuid-Limburg Regiobranding of ik wilde meewerken aan een filmportret. Nou, graag.
Ook ik zie namelijk wel in, dat als we het hier in het Zuiden uitdagend, leuk, inspirerend en aantrekkelijk willen houden, je moet investeren in de toekomst. Dus werk ik daar graag aan mee. Ik hoop dat ik naast mijn portretfilmpje nog ergens een bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van een Zuid-Limburg waar de toekomst niet bestaat uit krimp maar uit groei. Hoe weet ik nog niet, maar ik zie wel kansen. Ik hoop dat meer mensen die gaan ontdekken.
Liewe heeft zijn nieuwe kansen deels al ontdekt. De kleine baas heeft in de gaten gekregen dat lopen ook betekent dat je je uit de voeten kunt maken wanneer je iets hebt gedaan dat eigenlijk niet mag. Het baasje maakt er zelfs een spelletje van. Je ziet ’m denken… Als ik nu eens aan die grote plant trek, dan komt vast iemand me pakken om me op m’n donder te geven?
Haha papa, te laat… sukkel!
Nieuwe ronde, nieuwe kansen!
De foto van deze week is trouwens 2 weken geleden gemaakt door Philip Driessen en hoort bij het filmportret zoals te zien op de website van Zuid-Limburg branding. Philip, vanaf hier hartelijk dank voor de mooie serie! We spreken elkaar snel weer.
Krachttraining
Lokatie: | Maastricht (dag voor tocht) | Lengte rit: | 126,3 | Hoogtemeters: | 1505 |
Tijd: | 04 uur, 57 minuten | Gemiddelde: | 25.4 Km/p/u | Beeld: | 15:42 |
Dit weekend was het dan eindelijk zover: de eerste vader-zoon fietservaring. Liewe was er helemaal klaar voor. Ik was er klaar voor. Maar de fiets nog niet. Er moest een stoeltje met windscherm gekocht worden. Dus togen Liewe en ik naar de Halfords. Daar waar ik stond te twijfelen over de nog aan te schaffen rijwielzetel voor de kleine directeur, werd Liewe per minuut ongeduldiger. ’Ja, meneer,’ zei het verkopertje, (‘ik ben geen meneer’, dacht ik nog) ’deze heeft aan de zijkanten extra schuim op de zitting. En die daar; die heeft vormpje hier en vormpje daar, heel fijn hoor.’ ’Tsja, dat kan wel wezen, maar ik hoef met dat baasje echt niet naar Rusland te fietsen, ‘t is maar voor ’n rondje rond de kerk.’ ’O, dan is die ook goed genoeg’, zei ’t verkopertje. Tsjing, Tsjing… weer honderd ballen armer. Ach, de veiligheid voor je zoon is natuurlijk best belangrijk.
Na een half uurtje klooien met de bevestiging aan mama’s fiets, waren we onder weg. Op de weg naar Bemelen werden we ingehaald door een groepje wielrenveteranen. Hoorde ik het nu goed, hoorde ik daar Liewe roepen: ’pak ze papa; pak ze’? Voor je zoon doe je natuurlijk alles. Dus de achtervolging werd ingezet. Net voor de Bemelerberg pakten we ze weer terug. ’Gigi gagaga’, riep Liewe. Ik wist wat hij bedoelde! ’Kom op papa, d’r op en d’r over’, had hij geroepen. Zo gezegd, zo gedaan. We haalden ze in, maar halverwege de weg naar de top stak de eerste ons toch weer voorbij. ’Amaj, knap hoor, mè zo’n menneke voorop en achterop een roze fietstas. Allemaal op unne stadsvelo met drie verzetjes.’ Liewe lachte vriendelijk naar de vreemde man met glimmende bril en dito helm. Op de top had ik de helft van het groepje weten voor te blijven. Even later werd de afdaling ingezet, Liewes weinige haar wapperde in de wind en hij schaterde het uit van plezier. Het baasje vond het prachtig! En ik had mijn portie krachttraining weer gehad.
Krachttraining: is training met (extra) weerstand om de kracht te verbeteren, meestal met het doel om (sport)prestaties te verbeteren.
Zou het dan zo zijn dat de pitches die we de laatste tijd hebben gehad als bureau ook een soort van trainingsrondjes waren? Soms hebben we verloren, vaak ook gewonnen. Als bureau word je er soms niet erg vrolijk van. Het kost geld, mensen zijn prikkelbaar als ’t niet lekker loopt en soms moet ’n andere klus dan eventjes in de wacht. Anderzijds houden pitches je wel scherp. Ze vereisen dat je het maximale geeft. De weerstand tegen verliezen is namelijk te groot om ’n pitch op souplesse af te raffelen. Tsja, pitches… het blijft toch altijd een apart fenomeen. Zelfs na er al tientallen gedaan te hebben. Ach, oefening baart kunst, zullen we maar zeggen.
Zo kwam het rondje met Liewe ’n dag later toch nog van pas. Tenminste, dat hou ik me maar voor. Vandaag had ik mezelf op een rondje naar de Duitse Eifel getrakteerd. Als opwarmertje, voor de klim naar het stuwmeer bij Roetgen, raffelde ik achtereenvolgens de Bemelerberg, Loorberg, Camerig, Pas van de Wolfhaag en alles wat er nog aan bulten tussen zit, in hoog tempo af. Het stuwmeer was mooi om te zien; de dam is volgens mij een imposant bouwwerkje uit de tijd van Herr Adolf. Maar waarvoor ik hier écht naar toe was gefietst, stond snel te gebeuren. Vanaf de top van de Hoge Venen wachtte een heerlijke afdaling van ’n kilometer of zeven. Tenminste, dat dacht ik. Kut, wind tegen. Ik kwam, zelfs met bijharken, gewoon niet boven de zestig per uur!? Vanochtend was het toch echt, nagenoeg, windstil. Nu zeker ’n drietje, misschien zelfs wel vier. En naar huis was nog een behoorlijk eindje fietsen.
So what, ik had toch krachttraining gehad?
Kom op, doortrappen. Op naar kouwe pils!