Nieuwe ronde, nieuwe kansen
Lokatie: | Cheratte (België) | Lengte rit: | 68,3 | Hoogtemeters: | 603 |
Tijd: | 02 uur, 43 minuten | Gemiddelde: | 25,2 Km/h | Beeld: | 12:03 |
Al vier weken achter elkaar stond ik elk weekend bijna huilend door het raam naar buiten te staren. Gek werd ik d’r van; altijd maar die witte prut op straat. Sneeuw is leuk, maar toch echt alleen als het onder m’n snowboard zit! Tijdens elke week die weer voorbij ging, voelde ik mijn pens ’n centimeter groeien. Ik heb ook serieus op het punt gestaan om zo’n binnentrainer te kopen. Het beeld van mezelf hijgend in ’n spandex broekje al fietsend voor een beeldscherm – met daarop een virtuele Alpe d’Huez of la Marmotte – weerhoudt me echter van het kopen van zo’n ding. Jammer voor meneer Tacx, maar binnen fietsen is toch (nog) echt niets voor mij. Ik wacht wel op mijn kans.
Die kans kreeg ik na een rustige nieuwjaarsnacht bij vrienden in Den Bosch. ’s Ochtends keek ik wederom uit het raam. Tot mijn blijde verbazing was de dooi ingevallen en de meeste sneeuw wel verdwenen. Ik trok m’n pakkie aan, vulde een bidon met kokend water, pompte mijn bandjes op en stak een krentenbol in m’n snavel. Weg was ik. De eerste rit van het nieuwe jaar. Oei, wat was het koud! En; oei, waar wat was mijn conditie achteruit gehold in vier weken niets doen.
Afgelopen zondag maakte ik gelijk de tweede rit van het jaar. Eventjes naar Luik en terug; hier en daar een pukkel meepakkend voor de broodnodige krachttraining. Na ruim 600 hoogtemeters in krap 60 km vond ik het wel genoeg voor de tweede rit van het jaar. Bijna thuis, hoor ik achter me: pfffffffff. Shit. Lek! Tsja, daar stond ik dus. Probeer maar eens, al klappertandend, met stijf bevroren jatten een bandje te verwisselen. ’n half uur en een heel scheldwoordenboek verder kon ik mijn weg weer vervolgen. En ja hoor, nog geen 800 meter verder, weer lek. Dikke lul d’r mee; dacht ik. Nog 7 kilometer doorploegen en dan sta ik prinsje heerlijk onder de hete douche. Volgende week ’n nieuwe ronde met nieuwe banden.
Qua werk hoop ik dat we de koers van afgelopen jaar kunnen door zetten. We hebben gewerkt aan mooie, spraakmakende en leuke projecten. Onder andere de huisstijl voor Eijsden-Margraten, een landelijk communicatie- en beursconcept voor Bouwfonds en een mooi verhaal met dito uitvoering voor Sabic. Voor de laatst genoemde zijn we druk bezig met een animatie voor de lancering van een aantal nieuwe producten. Heel spannend, maar geweldig om aan te werken. Voor mezelf in het bijzonder omdat ik aan de basis mocht staan van deze projecten. Het is erg inspirerend om te zien dat de strategie die je hebt opgezet ook werkt in de uitvoering. En als kers op de taart die 2010 heet, kwam de vraag van stichting Zuid-Limburg Regiobranding of ik wilde meewerken aan een filmportret. Nou, graag.
Ook ik zie namelijk wel in, dat als we het hier in het Zuiden uitdagend, leuk, inspirerend en aantrekkelijk willen houden, je moet investeren in de toekomst. Dus werk ik daar graag aan mee. Ik hoop dat ik naast mijn portretfilmpje nog ergens een bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van een Zuid-Limburg waar de toekomst niet bestaat uit krimp maar uit groei. Hoe weet ik nog niet, maar ik zie wel kansen. Ik hoop dat meer mensen die gaan ontdekken.
Liewe heeft zijn nieuwe kansen deels al ontdekt. De kleine baas heeft in de gaten gekregen dat lopen ook betekent dat je je uit de voeten kunt maken wanneer je iets hebt gedaan dat eigenlijk niet mag. Het baasje maakt er zelfs een spelletje van. Je ziet ’m denken… Als ik nu eens aan die grote plant trek, dan komt vast iemand me pakken om me op m’n donder te geven?
Haha papa, te laat… sukkel!
Nieuwe ronde, nieuwe kansen!
De foto van deze week is trouwens 2 weken geleden gemaakt door Philip Driessen en hoort bij het filmportret zoals te zien op de website van Zuid-Limburg branding. Philip, vanaf hier hartelijk dank voor de mooie serie! We spreken elkaar snel weer.
Druk, druk, druk
Lokatie: | Margraten | Lengte rit: | 94.1 | Hoogtemeters: | 1349 |
Tijd: | 03 uur, 46 minuten | Gemiddelde: | 24,8 Km/h | Beeld: | 08:52 |
Er zijn van die tijden dat je nergens aan toe komt, tenminste zo lijkt het. Eigenlijk kan ik alleen maar zeggen dat ik juist aan heel veel zaken ben toegekomen, behalve aan het schrijven van een leuk en pakkend stuk voor mijn blog. Waar ik me dan wel mee bezig heb gehouden? Een storyboard uitgewerkt voor een productintroductie van Sabic, een gemeente begeleid naar een nieuwe huisstijl en hiervoor een aantal presentaties gegeven in de avonduren. Verder nog een conceptje uit de mouw geschud voor een gebiedspromotietraject in Utrecht en wat art-directie op een fotografieklus. O ja… tussentijds ook nog gezorgd dat m’n vader – die zo nodig na z’n pensioen toch weer voor zichzelf wilde gaan beginnen – met een nette huisstijl op pad kan om klanten te veroveren.
Allemaal leuk en aardig dat werken, maar het kost verdomme wel een hoop vrije tijd. Dit betekent niet dat er geen tijd is om onderweg ergens een mooie plaat te schieten in het Limburgse landschap. En al helemaal niet dat er geen tijd is voor Liewe. De ’kleine beer’ groeit echt als kool en wordt zich steeds bewuster van z’n omgeving.
Daarom besloot Marjolein deze week een dagje vrij te pakken om samen te genieten van de laatste heerlijk zonnige septemberdag. De website van L1 beloofde dat het woensdag 22 graden zou gaan worden. Die belofte werd waargemaakt: woensdag werd een stralende dag. Met 23 graden was het zelfs zomers warm. ’s Ochtends vroeg mochten Liewe en ik eerst aantreden voor de tweewekelijkse zwemles. Eenmaal thuis gekomen snel een fruithap erin en naar bed om ’s middags uitgeslapen op de fiets te kunnen zitten.
2 uur later zaten we op de fiets. Ik op m’n racer en Marjolein en Liewe op de stadsfiets. Daar gingen we. 23 kilometer vanuit Maastricht via het Savelsbos naar Eijsden en langs de Maas weer terug. Daar waar Liewe normaal nog geen 3 minuten op z’n kont kan zitten, zat hij nu – vanaf de eerste minuut – echt te genieten. Alles houdt hij in de gaten. Zijn ogen schieten – als ’n bezetene – van links naar rechts in z’n oogkassen. Na een uurtje of wat had hij zoveel ’input’ gehad dat ie over het stuur van Marjolein in slaap viel. Eenmaal thuis aangekomen trokken we ’m aan z’n jas uit ’t stoeltje. Zonder een kik te geven kon hij zo z’n bed weer in. Rozig van de laatste zomerse dag en alle indrukken van onderweg.
Na dit zo geschreven te hebben kom ik erachter dat ’druk’ maar een relatief begrip is. Tuurlijk ben ik erg druk met werk, vrienden, het papa zijn en wat allemaal niet meer. Afgelopen woensdag had ik eigenlijk ook nog het een en ander voor m’n werk willen doen omdat er veel op mijn bord lag. De beslissing om het niet te doen is een hele goede geweest. Door die prachtige dag is de drukte uit mijn hoofd als sneeuw voor de zon verdwenen. Ik ben ervan overtuigd dat de dagen erna productiever zijn geweest dan wanneer ik op de woensdag toch achter m’n laptop was gekropen.
Resultaten
Lokatie: | Aywaille (België) | Lengte rit: | 148,2 | Hoogtemeters: | 2521 |
Tijd: | 06 uur, 23 minuten | Gemiddelde: | 23,2 Km/h | Beeld: | 13:01 |
Dit keer geen tekst over werk of over een continu zeverend ventje van 10 maanden. Dit keer is, zo goed als het hele artikel, gewijd aan de gebeurtenissen op de fiets. Over de resultaten van mijn inspanningen rondom een zeker huisstijl-traject bij ’n fuserende gemeente is immers nog te weinig bekent. En Liewe dan? Tsja, zijn onophoudelijke doorzetting vermogen maakt dat ie, staande op twee beentjes, steeds zekerder wordt van zijn zaak. Zo zeker dat het zo af en toe resulteert in een vervaarlijke doodsmak op het kale parket. Hij weet nu inmiddels hoe hij zich op z’n voetjes, zijwaarts langs de bank, moet voortbewegen. Maar de bank loslaten…da’s toch nog iets te hoog gegrepen voor het baasje. Maar goed. Nu terug naar de fiets.
Zaterdag zou het dus gaan gebeuren. Hier had ik de afgelopen anderhalve maand voor getraind. Het was tijd voor les Géant des Ardennes. Klinkt ook zo lekker groots en meeslepend in het Frans maar dat terzijde. Rond half acht had ik mijn startbewijs in handen en om vijf over half acht besloten mijn nieuwe fietsmaat ’David’ en ik de tocht gezamenlijk te volbrengen. David kwam ergens uit de buurt van Brugge en was om vijf uur al van huis vertrokken. ”Petje af”, zeg ik dan. In Brabant zeggen we; ”Da zen godverdomme gin tijde vur unne blanke!” Ondanks David’s korte nachtrust en mijn slechte voorbereiding -ik had de avond ervoor gebarbecuede dus weinig energie opgeslagen- verliepen de eerste twee uur zeer voorspoedig. We bleken perfecte partners. Tijdens de beklimmingen hing ik bij hem aan het elastiek, tijdens de afdaling kon hij mooi in mijn spoor volgen. David kon prima klimmen maar afdalen deed hij als een natte krant. Waarschijnlijk dacht hij bij mij het omgekeerde. Prima resultaten als het op afdalen aankomt maar klimmen is niet bepaald zijn sterkste punt?! Toch reden we de eerste uren met een gemiddelde van 26 per uur rond.
Het lekkere gevoel van een voorspoedige rit zou van korte duur zijn. En wel om de volgende reden. De laatste tijd had ik het wel gehad met al die bananen, krentenbollen en muesli-repen in mijn shirtje. Ik leek wel een pakezel. Daar had ik dus geen zin in vandaag. Dus kocht ik me een rip uit het lijf aan gelletjes. Lekker handig, bomvol energie en weegt niks. Nu is het innemen van die dingen al smerig; zodra je het spul uit het pakje in je mond knijpt heb je het gevoel dat er een hap warme kots tegen je huig gespoten wordt. Maar wat nog smeriger is, is wat het goedje daarna met je maag doet. Ik denk dat als ik die gels niet had genomen ik 2 kilometer gemiddeld langzamer was geweest. Man, wat heb ik zitten ruften op die fiets. Elke keer als ik uit het zadel kwam; Pfwwwaaap, en ik schoot weer vooruit. Ik heb echt medelijden gehad met de mensen die achter me reden. Het meest gênante is, dat ik mezelf betrapte op een euforisch gevoel bij de aanblik van de welbekende oranje Dixie hokjes tijdens de bevoorradingen. Ik had zo’n last van mijn maag, dat ik al zeker 2 uur met geknepen billen op de fiets zat. Die gelletjes ’moesten’ wel de verklaring zijn voor mijn slechte klimkwaliteiten van vandaag!
Na het Dixie avontuur volgde nog een flinke inzinking op 15 kilometer van de meet. De beklimming van Côte des Forges had me totaal leeggezogen. Het leek wel of ik al mijn opgedane energie uit die gels in de Dixie-pot had gespoten. Ik kwam voor een groot dilemma te staan. Ik grabbelde wat in de zakjes van mijn shirtje. Kut! Alleen nog ’n gelletje, wat moest ik nu? Buikpijn, maar nog fatsoenlijk de Roche aux Faucons oprijden of niets eten met een grote kans ’geparkeerd’ te staan op deze laatste helling? Ik koos voor de voorverpakte hap lauwe babyspuug. Weer die vreselijke smaak! Maar; O, wat kreeg ik ’n energie. De beklimming liep lekker. Om me heen moesten bosjes renners, volledig opgeblazen en moe gestreden, van de fiets. Ik kon zo waar op het steilste stukje nog wat versnellen. Zo werd aan de finish, het gemiddelde over 148 kilometer afzien, toch nog op 23 gehouden.
Isostar… Bedankt.
Smerige hap maar prima resultaat!
Loon naar werken
Lokatie: | Keutenberg | Lengte rit: | 61,20 | Hoogtemeters: | 785 |
Tijd: | 02 uur, 15 minuten | Gemiddelde: | 27.1 Km/p/u | Beeld: | 18:48 |
Verleden week schreef ik over de overeenkomst tussen een pitch en krachttraining. Natuurlijk was die vergelijking niet zomaar uit de lucht gegrepen. We (bij ons op de studio) hadden er weer zo eentje. Er waren maar liefst vijf bureaus uitgenodigd voor een presentatie. Je leest het goed: vijf! Meestal betekent dat gas geven. En dat hebben we ook gedaan. Er werd een strategisch stuk geschreven en omgezet naar ’iets’ visueels. Dat visuele mocht niet te definitief lijken, want het ging tenslotte om een voorstel. Mijn opvatting is dat je op visie en richting wel stellig moet zijn. Je moet immers kunnen werken op een basis waar je achter staat. Zo gezegd, zo gedaan. Daar stonden we dan. Ik had voor de gelegenheid m’n extra ’slicke’ schoenen aangetrokken en Marcel… tsja, die was gewoon Marcel. Het bleek een ideale combinatie van Limburgse zachtheid en een Brabants schoffie. Je hebt wel eens van die presentaties waarvan je denkt: ‘wat het ook wordt; het was sowieso lekker!’
Dat moet Liewe deze week ook hebben gedacht. De afgelopen twee weken is meneertje helemaal ’into’ klimmen. Maar steeds haalde hij net niet het doel wat ie in gedachten had. Hij probeert zich al de hele week aan van alles op te trekken. Alle dingen die hoger zijn dan waar hij – liggend vanaf de grond – bij kan, daar moet ie aan zien te komen. Dus is meneertje in een week tijd al twaalf keer met z’n wangen langs de zijkant van de bank weer naar beneden geschoven.
Gisteren had Liewe besloten dat ie het beu was om steeds onderuit te schuiven. Marjolein stond in de keuken een lekker maaltje te koken. Liewe lag dus eventjes in de box. En vanuit die box kun je niet goed zien wat er zich in huis afspeelt. Dus zette hij alle kennis in die hij inmiddels had opgedaan over vallen en opstaan. Geruisloos had de kleine slimmerik z’n speelgoed in een hoek bij elkaar geschoven. Hierlangs had hij zich al op z’n knietjes weten te werken, waardoor hij met zijn handen bij de rand van de box kon komen. Alle concentratie en kracht in zijn kleine lijfje werden bij elkaar geveegd om ze vervolgens los te laten in z’n bovenbenen. Taadaa; daar stond ie! ‘Werken loont’, moet hij gedacht hebben. Triomfantelijk keek hij Marjolein en mij aan met een blik waarmee hij wilde zeggen ’en morgen klim ik er gewoon uit!’
In tegenstelling tot Liewe en de pitch van afgelopen week, hoopte ik dat ’niet’ werken zou lonen. Al de hele week had ik last van m’n strot en voelde me niet opperbest. Deze week dus ook ’s avonds geen rondje gedaan en ook dit weekend hield ik het rustig in de hoop dat de rust mijn gezondheid goed zou doen. Ik heb het vandaag dus maar bij een kort rondje gehouden. Weinig spannends, gewoon rustig wat kilometers wegtrappen. Dat neemt niet weg dat ik wel iets heel bizars meemaakte. Beetje smerig ook.
Om toch wat hoogtemeters te verzamelen, was ik via Slenaken en Teuven over de Rue de Beusdael gereden. Vanaf hier een afdaling richting Sippenaken en Terziet, nog even de Schweiberg op en dan naar huis. Het begon stilletjes aan een beetje te miezeren. En meestal wordt dat in de zomer gewoon ’n regenbui. In Sibbe werd ik ingehaald door ’n wielrenner. Ik pikte aan en samen reden we over het plateau richting Maastricht.
Ik zat ’n minuutje achter hem toen er bij mij wat begon te knagen. Hij had een lichtgrijze koersbroek aan, met een brede bruine vlek op z’n kont. Weer ’n minuutje later bedacht ik me dat strepen modder meestal in de lengte van je rug lopen. Niet in de breedte! En daarbij viel het me op dat ie een spatbordje gemonteerd had. Die bruine vlek kon dus ook geen modder zijn. Deze meneer had in zijn broek gehoest! Er stond bij meneer een grote bruine beer aan het hek te rammelen, waarschijnlijk reed hij daarom zo hard. Na deze conclusie te hebben getrokken, haakte ik af om in eigen tempo naar huis te fietsen. Ik hoop voor de meneer dat hij loon naar werken heeft gekregen. Zich niet voor niets het schompes heeft gereden en thuis op een droge pot zijn behoefte heeft kunnen doen. In plaats van een vlaai in je koersbroek. Bah!
O-ja; en de pitch?
Ik zeg… loon naar werken!