Hogere Machten
Lokatie: | Hèvremont (België) | Lengte rit: | 100,3 | Hoogtemeters: | 1286 |
Tijd: | 04 uur, 11 minuten | Gemiddelde: | 24,3Km/h | Beeld: | 12:14 |
Eigenlijk had er vorige week ook een blog post moeten zijn. Helaas; buiten dat het weer te vies en te nat was om er op uit te trekken, hebben mijn gedachtes geen plaats gehad voor mooie anekdotes over politiek, de regio of vakgerelateerde zaken. Mijn gedachte waren de afgelopen week vooral bij m’n broer en wat die gozer op z’n 33-ste allemaal ’moet’ doorstaan.
Enfin. Na weken van nattigheid was ik toch echt niet van plan om weer binnen te blijven zitten. Ook al was het zondagochtend een beetje aan de ’frisse’ kant, ik moest gewoon even een rondje rijden. Ik dacht zaterdagavond nog dat de vorst wel mee zou vallen. Nou; Not dus! Mijn bandjes kraakten op het ijzige wegdek. M’n wangen waren zowat stijf bevroren. Mijn tweede bidon had ik – omdat de eerste meer ijs dan sportdrank bevatte – maar onder mijn jasje gestoken om ‘m tegen bevriezing te beschermen. In de afdalingen trok al mijn mannelijkheid zich terug op zoek naar warmere oorden… Jezus, en ik was pas bij Teuven. De tering het was zo koud op de fiets dat ik er sneeuwballen van kreeg! Ergens in de buurt van Sippenaeken twijfelde ik of ik mijn ritje van vandaag nog zou voortzetten of dat het misschien wel beter was om het stuur om te gooien en richting huis te keren. Ik weet niet of Hij er iets mee te maken heeft, maar bij het wegkruis dat pontificaal op de kruising, Sippenaeken en Hombourg staat, sloeg ik een kruisje. Alsof ik bij Hem een verzoek tot beter weer had ingediend, trok de mist beetje bij beetje weg. Uiteindelijk heb ik de resterende drie uur in ’n heerlijk zonnetje rondgetrapt.
Dat kruisje sloeg ik trouwens niet als smeekbede voor ’n beetje beter weer op deze koude zondagochtend. Dat kruisje was voor m’n broer(tje). De regelmatige lezer kent zijn verhaal en het verhaal kent – helaas – ’nog’ geen happy end. Arie heeft nu een maand of 9 chemo achter de rug en zou dus – volgens de heren geleerden – schoon moeten zijn. De realiteit is echter dat dat nou ”net” niet het geval is. Na uitgebreide tests blijken er nog ’n paar kleine plekjes te zitten. Ik kan niet anders zeggen dat het belletje van Arie – om me op de hoogte te brengen van zijn situatie – voelde als een klap in het gezicht. Ik heb die middag op de studio alles uit m’n handen laten vallen en ben naar huis gegaan. Arie moet nu weer drie maanden wachten op verdere behandeling, waarvan nog niet vaststaat welke vorm deze kent. Hoogstwaarschijnlijk zal het wel neerkomen op bestralingen, maar dat weten we over ’n tijdje pas zeker. Juist de onzekerheid maakt het hele verhaal zo zuur en juist die gedachte is het waard om nog ontelbare kruisje te slaan. Ik weet dat Arie weer helemaal het mannetje wordt en de statistieken geven dat ook aan. Maar wat is er mis met het aanroepen van wat Hogere Machten. Baat het niet, dan schaadt het niet! Vanaf het bewuste kruispunt heb ik dat dus ook herhaaldelijk gedaan. Voor de oplettende mens die regelmatig in het Heuvelland bivakkeert weet dat hier ’n hoop kruizen, Maria-beeldjes en kapelletjes staan. Man; ik heb me ’n lamme arm aan kruisjes geslagen. Alle beetjes helpen… toch?
Arie jongen; als je dit leest – Google Analytics zegt dat je dat met enige regelmaat doet – weet dan dat we hier voor je duimen. Sterker nog, er worden hier – zoals je hebt gelezen – Hogere Machten aangeroepen. Allemaal om je herstel iets te bespoedigen. Want hoe sneller we weer op ’n quad door de bergen kunnen racen, des te liever het me is!
Baas boven baas
Lokatie: | Gemmenich (België) | Lengte rit: | 123,81 Kilometer | Hoogtemeters: | 1635 |
Tijd: | 05 uur, 02 minuten | Gemiddelde: | 24,6 Km/p/u | Beeld: | 12:18 |
Het is zondagochtend, ik heb afgesproken met ’de tandarts’ om een rondje te doen. Rustig 120 kilometer trappen, door de voerstreek en het heuvelland, tenminste dat was het plan. Dat het anders zou worden wist ik toen nog niet. Hij zou met de eerst mogelijke trein uit Nijmegen naar Maastricht komen. Dus, daar stond ik, met extra hard opgepompte bandjes, gehuld in mijn snelste tenue. Gewapend met vier bananen, twee energie repen, bidons gevuld met sportdrank, mini blikje Red-Bull en twee Dextro-Energy tabletjes. Ik had namelijk van ’de tandarts’ gehoord dat ie behoorlijk kan fietsen en ik wilde in ’mijn’ achtertuin niet compleet uit het wiel gereden worden.
Daar stapte hij de trein uit. Ik zag zijn blitse rode helm glinsteren in de ochtend zon. Met een ’Michael Boogerd’ glimlach groette ’de tandarts’ zwaaiend vanuit de verte. Hij kwam dichterbij. Kut dacht ik. Geschoren poten; hij is een echte! Oei, oei, ik ga klop krijgen vandaag! En daar stond hij voor me. Zijn ogen verstopt achter een spiegelende zonnebril. Gehuld in matchende outfit van zijn oude sponsor en een karretje om door een ringetje te halen. Ik denk dat zelfs het stuurlint van carbon was. ’Ik heb er zin in’, zei Sjoerd, al handenschuddend.
Sjoerd en ik hadden elkaar al jaren niet meer gezien. Vroeger was hij (Sjoerd is twee jaar ouder) één van de neven en nichten waar ik veel mee omging. Maar zoals bij meer families; contacten verwaterde en zo zie je elkaar na 15 jaar weer op de begrafenis van je oma. Daar maakte we de afspraak om eens te gaan fietsen. Sjoerd had zijn studie genoten in het Zwitserse Basel (of daar stage gelopen) en was in een redelijk professioneel team terechtgekomen. Hij was zelfs eens gescout door een prof-ploeg en fietst nu nog steeds behoorlijke uitslagen in diverse cyclo’s zoals de La Marmotte en Maratona dles Dolomites.
En zo werd ik dus heuvel na heuvel compleet aan gort gereden. Ik deed voor spek en bonen mee in een ’rustig’ trainingsrondje van mijn iets oudere neef. Daar waar ik mezelf al een hele bink vond om met 16 aan het uur de ’Veurs’ (bij St. Martens-Voeren) omhoog te fietsen. Kwam Sjoerd, na al een keer boven te zijn geweest, op drie-kwart van de klim weer naast me rijden om vervolgens doodleuk rechtop te gaan zitten, z’n shirt in de plooi te trekken, gelletje naar binnen te spuiten en zonnebril te poetsen. Dit was het moment dat ik mijn meerdere moest erkennen. En we waren pas op een kwart van de geplande afstand!
Iets daarvoor vroeg ik Sjoerd waar hij zo had leren fietsen. Ach zei hij: ”Kwestie van talent en een betere basis. maar het zit ’m vooral in de basis”. Hij fietste al wedstrijden vanaf z’n 16de, had nooit gerookt en zelfs tijdens zijn studie spendeerde hij net zoveel uren op de fiets als in de collegebanken. Ik niet, ik rookte (nu overigens al 1,5 jaar niet meer) sinds mijn 18de een pakje per dag en zoop tijdens en na de studie op regelmatige basis zoveel dat ik soms wel eens wakker werd naast een ’zeker iemand’. Je kent het misschien wel, zo iemand waarvan ze in Brabant zeggen ’daar schop je je hond nog vanaf!’ Maar ach zei Sjoerd meteen; ”Alles is relatief, neem nu je broer. Dat zijn de dingen waar het echt om gaat, fietsen is maar bijzaak.” En ja, Sjoerd kan het weten. Ook hij heeft al eens kennis mogen maken met het bestralingsapparaat. Maar zei hij, ”niet alleen in fietsen heb je ’baas boven baas’. Arie heeft net wat minder mazzel dan ik, toch komt ook Arie er ook gewoon weer bovenop! Een jaartje bikkelen en dan is ook hij weer de oude”.
Nu was ik aanvankelijk van plan, net als elke week, fietsen, werk, en het leven als verse papa te combineren in een lekker leesbaar stuk. Die balans zit er dit keer effe niet in, omdat ik die in het echte leven, zoals iedereen, ook wel eens mis. Simpelweg omdat de afgelopen dagen teveel indruk op me hebben gemaakt. De zure berichten uit Frankrijk van Arie en zijn kut-ziekte. Sjoerd die zijn Non-Hodgkin achter zich heeft gelaten en nu weer op indrukwekkende wijze de heuvels opraust. Liewe die z’n papa na begint te doen en zijn eerste (loop)fiets heeft gekregen. En Marjolein die me snapt en de beste moeder van de hele wereld is.
Ja, ja, ik word zowaar een sentimentele zak. Fuck it.
Ik weet waar het om gaat!
Volgende week nieuwe ronde, nieuwe kansen.
Genieten
Lokatie: | Remersdaal (België) | Lengte rit: | 75,6 Kilometer | Hoogtemeters: | 875 |
Tijd: | 02 uur, 54 minuten | Gemiddelde: | 26,1 Km/p/u | Beeld: | 09:57 |
Een half jaar geleden werd Liewe onverwacht vroeg op de wereld gezet. Sinds die tijd is het alsof elke maand wel een keer iemand aan de boom des levens schudt. Niet dat we elke maand een nieuwe koter krijgen. Maar meer in de zin dat er sinds de dag dat de kleine directeur het licht zag, er elke maand wel iets gebeurt wat de verhoudingen weer even door elkaar husselt. Om wat voorbeelden te geven: ondertussen is mijn oma gestorven, heb ik al drie maal een keelontsteking gehad, hebben ze mijn andere oma uit haar appartement gegooid omdat ze iets meer hulp behoeft, heeft mijn moeder een longontsteking opgelopen, heeft mijn middelste broer een portie kanker voor z’n kiezen gekregen en is Marjolein van de trap gekieperd met als gevolg een gebroken teen.
En Liewe; Liewe is al vier weken stront- en strontverkouden. De erwtensoep van Klaas Vaak komt nog steeds met bakken uit z’n ogen. En toch… hij blijft maar lachen. Je ziet meneer gewoon genieten van het leven dat hem toelacht. Hij lacht om zijn moeder die net een berg snot aan haar kin heeft hangen. Afkomstig uit zíjn neus, waarvan je denkt ‘past daar zo veel snot in?’ En hij lacht om z’n vader, die zijn uiterste best doet om zijn zoon niet onder te kotsen als hij voor de tweede keer op een dag naar een overvolle luier staat te loeren. Ook daarvan vraag je je af: ‘zo’n klein ventje en zo’n berg bruine dampende poep?’ Intussen zie je hem gewoon genieten van al die momenten. Het is en blijft geweldig, zo’n klein mannetje. Nooit gedacht dat ik dat nog eens zou zeggen, laat staan schrijven…Ik, zo woordblind als een mol!
Genieten was het ook weer vanochtend op de fiets. Ik was vroeg op om ook weer vroeg thuis te zijn. De vrouw heeft namelijk wel wat hulp nodig met die gebroken teen. Door de felle oostenwind was het behoorlijk fris. Ik had een rondje in mijn hoofd met niet al te veel hoogtemeters. Gewoon lekker rondpeddelen. In de afdaling van Reijmerstok naar Euverem sneed de wind door de ritssluiting van mijn jack heen. Misschien had ik toch een extra laagje aan moeten trekken? In de dorpjes die ik passeerde, togen mensen naar de vroege mis. Allemaal in het zondagse pak, diep voorovergebogen en kop tussen de schouders tegen de frisse voorjaarswind. Het leek wel of ze stuivers zochten. Op de weg naar Remersdaal waande ik me alleen op de wereld. Er was zelfs geen kip op straat. In de verte klonken de kerkklokken, maar de kerk zelf kwam maar langzaam in beeld. In de dalen hing een dikke mist.
Na de, altijd mooie, afdaling van Aubel naar Val Dieu, trakteerde ik me toch nog even op een pittige klim. Les Waides! Voor de mensen die weten waar ik het over heb: als je benen voelen als een natte krant, dan is de weg naar boven een ware hel. Als de benen goed zijn, dan is het een hele mooie klim. Zo ook vandaag. Zeker omdat een fietser ver voor me er maar liefst 3 maal af moest op de steilste strook. Toen ik ‘m inhaalde, deed hij dan ook net of z’n derailleur ‘m in de steek liet. Wat ‘n pannenkoek! Vandaag… Vandaag was het genieten.
En juist dat is wat ik deze week heb geleerd. Blijven genieten. Arie en mijn oom Jan uit Middelburg hebben me onverwachts deze levensles gegeven. Arie begint net met zijn strijd tegen de ziekte van Hodgkin. Jan is al een tijdje bezig. Niet tegen Hodgkin, maar tegen wat ze noemen de bekende ‘mannen-op-leeftijd-kwaal’. Jan reageerde op mijn blog van afgelopen week en ik schoot ervan vol. Ik had hem in mijn reactie daarop gevraagd hoe het met hem ging. Het belangrijkste uit zijn antwoord vond ik dat de ziekte ook in zekere mate zijn leven had verrijkt. Ik maak eruit op dat hij de dingen anders is gaan beleven. Relativeren heet dat tegenwoordig. Van Arie krijg ik een soort gelijke boodschap. Toch maf dat mensen die iets moeten doormaken, andere mensen die boodschap moeten geven. Ik zeg voortaan ook tegen mezelf ‘ga genieten’.
Geniet! Spread the word en hou het vol!
Knokken
Lokatie: | Geraardsbergen (België) | Lengte rit: | 84,6 Kilometer | Hoogtemeters: | 792 |
Tijd: | 03 uur, 19 minuten | Gemiddelde: | 25,3 Km/p/u | Beeld: | 13:02 |