Ballen

januari 18, 2011 – 17:11

Ballen

Lokatie: Wandre (België) Lengte rit: 89,2 Hoogtemeters: 823
Tijd: 03 uur, 33 minuten Gemiddelde: 25,1Km/h Beeld: 13:04

Na zaterdagavond een feestje te hebben gehad viel het opstaan zwaar. Liewe was ’geparkeerd’ bij opa en oma, dus werd – sinds lange tijd – weer eens uitgeslapen. Rond elf uur had ik me eindelijk uit bed weten te hijsen en mezelf onder de douche gestationeerd. Na daar de ’soep’ uit m’n ogen te hebben gewreven werd het toch echt tijd om op de fiets te stappen. Eigenlijk had ik niet zo veel zin vandaag. Maar goed, ik was deze week al genoeg lui geweest en die volgevreten kerstpens moest er toch echt af!

Ik had me voorgenomen om even op en neer naar Luik te rijden, onderweg twee of drie molshopen mee te pikken en dan op ’t gemakkie terug te fietsen. Ergens bij Rijckholt raakte ik met een medefietser aan de praat over de net overleden Peter Post. Van Post kwamen we op een lijst met namen die veel voor het wielrennen hadden betekend. Helden van weleer passeerden de revue; Bartali, Bobet, Merckx, Anquetil, Coppi; noem ze maar op. We sloten af met de lijst ‘Mannen met Kloten’; niet bang om ’ns wat te proberen. Onder hen ook de Mapei-ploeg; met mannen als Tafi, Knaven en natuurlijk Museeuw. En verhip, wat kwam ik ’n kilometer of twintig later tegen? Één heus Mapei-mannetje! Ik schat ’m een jaar of zeventig, in één van de lelijkste shirtjes ooit door ’n ploeg gedragen (op Superconfex na dan). Met een rustige maar gelijkmatige cadans was ook hij onderweg naar Luik. Ik haalde ’m in om ’n foto te maken. Vlak voor m’n neus – net toen ik de ontspanner indrukte – zei hij:”bon tricot”. Hij doelde natuurlijk op m’n Peugeot-trui waar met name Merckx vele koersen in had weten te winnen. Ik lachte en riep ’m na: “Courage”! Om met zo’n lelijke trui rond te rijden moet je wel kloten hebben.

Ach, ’ballen hebben’ is niet voor iedereen weggelegd. Iets ’met’ ballen hebben is trouwens heel wat anders. Zo heeft Liewe sinds deze week een voorliefde voor ’bitterballen’. Hij is zeker niet van de ’Van Dobbens’. Die bevatten te veel stukjes,  Dat moet de Directeur niet. Liewe heeft ze ‘t liefst opengesneden en al iets afgekoeld, puur natuur, zonder mosterd! Vorige week zondag lieten we ’m voor de grap eens proeven. Onder het mom ’kijken of ie ze nu wéér lust’ bestelden we afgelopen woensdag weer ’n portie. De ober had ze nog niet op tafel staan en meneer zat al als een hongerig vogeltje – met z’n mond wagenwijd open in de lucht – te krijsen om zo’n klein knapperig bruin bolletje.

Het zou trouwens goed zijn voor Maastricht om ook eens kloten te tonen. Zo is er een hele discussie gaande over de kwaliteit van het aanbod tijdens Magisch Maastricht. De één vindt het ’n uit de klauwen gegroeide kermis, de ander vindt het be-re-ge-zellig. Ieder z’n meug, maar mijn inziens zou het goed zijn om wat selectiever in het aanbod te zijn bij dit soort evenementen. Maastricht zou het heft in eigen handen moeten nemen,  kiezen voor een totaalconcept en dit tot uitvoering brengen. We (als stad en regio) zijn hier in de running voor Culturele Hoofdstad 2018. Hoe krijg je het dan in je botte harses om gedurende de kerstperiode in allerhande kingsize kerststallen de meest verschrikkelijke bagger te verkopen? Organiseer liever iets wat aansluit bij waar je als stad voor staat. ‘Hoogwaardig, innovatief, creatief en cultureel’ lees je in allerlei uitingen. Doe dat dan, zo moeilijk is het niet! Maak je als stad vooral niet afhankelijk van diverse clubjes. Bepaal zelf je doelstellingen, dan bepaal je ook zelf je middelen.

Heb ballen!

p.s.
Omdat roepen vanaf de zijlijn altijd lekker makkelijk is, geef ik ook vast een voorzet. Als je al iets met stalletjes wilt doen, zorg dan in ieder geval dat je lokale, duurzame producten verkoopt. Dit in tegenstelling tot de in Verweggistan geproduceerde nep-Gucci zonnebrillen. Mensen komen echt niet voor die meuk. Mensen komen voor de sfeer. Voor beleving!

Tags: , , , , , ,

Buikpijn

januari 11, 2011 – 17:02

Buikpijn

Lokatie: Valkenburg Lengte rit: 74,8 Hoogtemeters: 586
Tijd: 03 uur, 01 minuten Gemiddelde: 24,7 Km/h Beeld: 11:59

Buikpijn heb ik ervan. Waarschijnlijk gaat mijn buikpijn voorlopig ook niet over. Mijn buikpijn heb ik te danken aan onze volksvertegenwoordigers in Den Haag. En hoogstwaarschijnlijk ben ik niet de enige met buikpijn. Er zullen wel meer mensen zijn waar de kosten voor smurfenopvang de pan uit rijzen. Dik zevenhonderd euro gaan we dit jaar méér betalen aan de opvang van de kleine baas. Da’s toch niet normaal meer; of heb ik nu een slag van de molen gekregen? En dan roepen ze in Den Haag dat ze de arbeidsparticipatie van de vrouw willen stimuleren. Nou stelletje pipo’s; goed bezig! We hebben thuis even zitten rekenen en onze koopkracht gaat harder naar beneden dan de schrijver van deze blog in de afdaling van de Ventoux.

Maar niet getreurd, we hebben een remedie gevonden voor deze kwaal. Liewe krijgt van ons gewoon een broertje of een zusje. Marjolein gaat stoppen met werken, dus Liewe hoeft niet meer naar de opvang. Hij heeft dan thuis al een speelkameraad. We krijgen er ook nog een klein beetje kinderbijslag bij, dat we vervolgens maar meteen doorsluizen naar onze – nog duurder geworden – zorgverzekering. Ik hoor het meneer Bakellende een paar jaar geleden in een toespraak nog roepen: ’Lieve mensen, we hebben het een tijdje zuur gehad, binnenkort komt het zoet’. Nou, hooggeachte inspiratieloze soepstengel, het is ondertussen zo zuur geworden dat bij mij de kiezen spontaan uit m’n bek springen.

Ik probeer Liewe uit te leggen dat de buikpijn voorlopig nog even aanblijft, als het een beetje tegen zit zelfs nog een jaar of drie. Ik zeg ’m dan; ’nou mennekke, je vader is nooit thuis omdat ie heel hard moet werken en er geen reet aan overhoudt,omdat de overheid liever centjes uitgeeft aan wachtgeld, snoepreisjes en veel te dure oorlogsvliegtuigjes. En dat allemaal in plaats van cultuur, onderwijs en opvang voor onze toekomst. Tja vriend, dat jij toevallig die toekomst bent, dat maakt ze in Den Haag schijnbaar geen ene flikker uit!’

Met buikpijn zat ik dit weekend ook weer op de fiets. Het broodje tonijnsalade van de dag eerder speelde me nog steeds parten. Ik had met Martijn om 08:30 afgesproken op de gebruikelijke stek. En om de regen te vermijden reden we een – achteraf gezien heel mooi – geïmproviseerd rondje. Als een natte krant met een buik vol stenen fietste ik rond. Bij Martijn was het al niet veel beter, die klaagde steen en been over pijn in z’n nek. Lekker klagen op de fiets; we leken wel twee oude zemelaars. Was het niet over lichamelijke gebreken, dan was het wel over de troep op straat. Sneeuw en pekel is dan wel verdwenen maar je krijgt er steentjes en ander bandenprikspul voor terug. De onvermijdelijke platte band kon dus ook niet uitblijven en diende zich vlak voor thuiskomst nog even aan. Na de pijlsnelle bandenwissel reden we in Maastricht de Maas over en het gesprek kwam op iets in de media wat ons deze week beiden had verbaasd.

Ergens afgelopen week was er een item in het journaal over de waterstand van de Maas en de overvolle riviertjes hier in de regio. Altijd ’leuke’ beelden… mensen die met hun nieuwe flatscreen boven het hoofd proberen het droge te bereiken. Vraagt de interviewer aan een ’bepaald’ karakter waar die hoge waterstand vandaan komt. Zeg die man: (accent aan) ’jaha, daar in Hojant kan de sneeuw wel weg zien, moar hie in Limburg ligge nog heeje bergege’(accent uit). Man man man, van dat soort teksten draait je maag spontaan om! ’Daar in Holland’ en ’hier in Limburg’.

Beste man dit ’is’ Nederland.

P.S. succes bij de mediamarkt

Tags: , , , , , ,

Schreeuwen v/s Vertellen

november 22, 2010 – 21:41

Schreeuwen v/s Vertellen

Lokatie: Aachen (Duitsland) Lengte rit: 82,4 Hoogtemeters: 1123
Tijd: 03 uur, 28 minuten Gemiddelde: 23,8 Km/h Beeld: 10:33

Gut och gut, wat is het toch erg allemaal. Kijk ’m daar nou staan die Tom Egberts. Meneer toucheert jaarlijks ’n tonnetje of drie aan belastingcentjes met een beetje mekkeren over voetbal. O, kijk. Ook ’t meiske van BNN schreeuwt gezellig mee. Sophie harkt waarschijnlijk ook wel ’n Balkenendenorm aan gemeenschapsgelden bij elkaar. Dat doet ze bij de publieke. Daar praat ze over Spuiten en Slikken maar het is klaarblijkelijk niet genoeg. Ze schreeuwt zo hard in de camera dat het d’r dun door de broek loopt. Kijk, ik snap het hogere doel van de ’Schreeuw om Cultuur’ ook wel, maar dit is wel een erg slechte uiting om de aandacht te vestigen op een breder publiek probleem. Er zijn namelijk wel meer mensen met ’n budgettair probleem.

Voor je ’t weet hebben ook de provincies een YouTube-kanaal geopend. Het kanaal heet ’de schreeuw om eten’! Hoofdrolspelers zijn een handvol rijksambtenaren, gedeputeerden en aanverwante notoire dikbuiken. Want ook bij de overheid moet het mes erin. Hoe moet dat dan met al die leuke etentjes met vage relaties in het buitenland op kosten van jouw en mijn belastingcentjes? Waar moeten ze nu toch die bonnetjes inleveren? Als ik de overheidsmensen zou mogen adviseren, dan zou mijn advies het volgende zijn. Ga eens ’n vak leren of zo! Vormgever, psycholoog, violist of voor mijn part danser bij Scapino. Lekker met zo’n strakke maillot om je noten achter lieve fragiele meisjes aan huppen. Maar goed, dat ter zijde.

Kijk, Jan Kooiman (ook uit het schreeuwfilmpje) is eigenlijk balletdanser, maar verdient nu zijn centjes bij de commerciële als presentator en soapie. Jan heeft het recht om te schreeuwen. Hij weet dat dansers heel hard moeten bikkelen voor een hongerloontje. Jammer alleen dat Jan op deze manier moet laten blijken dat cultuur echt nodig is. Ik ben van mening dat er betere manieren zijn om aan te tonen dat het niet echt handig is om grof in de culturele sector te snijden. Ik denk dat het beter is om het publiek aan te tonen wat er gebeurt als je het kloppend hart uit de samenleving snijdt. Je moet het publiek laten inzien dat veel in onze wereld zijn oorsprong kent in de culturele sector. Vertel een verhaal waar mensen zich mee kunnen vereenzelvigen.

Thuis doen Marjolein en ik het in het klein ook. Het werkt wonderbaarlijk goed. Ik kan wel tegen die kleine dondersteen gaan staan brullen dat ie niet in de Sanseveria mag gaan hangen. Maar het maakt niet echt indruk. Hij lacht me – zo lijkt het – vierkant uit. Inmiddels ben ik er achter dat – als ie weer op weg is naar de bewuste bloempot – ik beter naar ’m toe kan gaan en hem – een soort – van streng aankijk (eigenlijk kan ik m’n lach niet houden). Liewe hoort me dan al aankomen en kijkt me dan semi-onschuldig aan, maar hij voelt nattigheid! Ik vertel ’n dan dat als ie het waagt in de plant te duiken, meneer nooit meer op z’n brandweerauto tegen de deuren mag rijden.

Dus schreeuwmensen… Zet liever op zaterdag een slot op het Bonnefanten met de tekst erbij; ’wat Maxime niet snapt, snapt u vast ook niet!’. Of sluit de rolluiken van de plaatselijke bieb met de tekst ’jammer maar helaas… Mark heeft de boeken verkocht’. Of nog beter… een hek om de muziekschool met de mededeling dat het pand door Geert is gevorderd om het tot politbureau om te dopen. Van één Wibi Soerjadi hebben we al genoeg hoofdpijn!

Stop dus met kansloos geschreeuw en ga een verhaal vertellen.
Misschien luistert er wel iemand!

Voor de fietsers onder de lezers… Omdat het gister eindelijk eens droog was ben ik met wat omwegen maar eens naar Aachen getrapt. Eenmaal buiten vertelde de ijzige wind dat er ’n strenge winter op komst is. Onderweg rook het naar pas gekapt dennenhout, en net over de grens kwamen braadworsten me tegemoet. Het rook naar wintersport. Ik hoop toch dat ik alleen op wintersport sneeuw zal zien. Zo niet, moet ik Marjolein vertellen dat ik een Tacx ga kopen om op zolder tegen de virtuele Mont Ventoux op te fietsen. Maar de zolder… die schreeuwt om een opknapbeurt.

Tags: , , ,

Muziek in de Euregio

oktober 3, 2010 – 21:12

Muziek in de Euregio

Lokatie: Romsée (België) Lengte rit: 100,3 Hoogtemeters: 1286
Tijd: 04 uur, 06 minuten Gemiddelde: 24,5 Km/h Beeld: 11:07

Voor veel mensen is de Euregio een begrip dat is verzonnen door bestuurders. En na een klein beetje onderzoek valt me op dat er in Zuid-Limburg veel meer over gezegd en geschreven wordt dan aan de andere kant van onze landsgrenzen. Op zich ook logisch want waarom zouden Aachen en Luik zich meer op ’ons’ moeten richten. Aachen ligt immers dicht bij het economische hart van Duitsland. En Luik maakt een enorme opleving mee en richt zich duidelijk op haar hoofdstedelijke zuster. Daarbij kunnen ze ook overal dezelfde taal blijven spreken. Dit in tegenstelling tot de Euregionale gedachte. Zie je een Waal al Nederlands praten. Hij valt nog liever spontaan ter plekke dood!

Toch denk ik dat er muziek zit in de Euregionale gedachte. Alleen zal Zuid-Limburg iets harder op de trom moeten slaan om de buren wakker te schudden. En de slagen op de trom moeten niet alleen van bestuurders komen maar van jou en mij. Van de man met de pet, zo u wilt. Een Euregio heeft alleen kans van slagen als we van elkaar willen leren en elkaars gewoontes begrijpen. En het vergt hier en daar dus wat aanpassing.

Of je nu een Sjeng bent, een kolenschopper of een import Limbo zoals ik, alles begint bij jezelf. Hoe toegankelijk zijn we nu eigenlijk. Ik ben van mening dat we best eens wat vaker naar onze Zuider- en Oosterburen mogen kijken. Zo had ik dit weekend, op mijn wekelijkse rit, drie beklimmingen aangestipt. Ze deelden alle drie dezelfde eigenschappen: starten in de stad om vervolgens via weides of bossen te eindigen in onooglijk lelijke dorpjes. De laatste klim (Haute Folie) eindigde in Romsée. Eenmaal bovengekomen was ik totaal buiten adem en zat m’n hart in m’n strot. Ik stopte bij een ouderwets kruidenierswinkeltje en stapte een totaal andere wereld binnen. Het winkeltje werd gerund door twee overjarige hippies van het eerste uur. Ik werd als een God in Wallonië ontvangen. Tijd speelde hier geen rol.

Hetzelfde overkwam me enkele weken geleden ook bij een fietsenboer in Roetgen. Met een lekke band kwam ik er binnen gesjokt. Vroeg in mijn allerbeste Duits of ie nog binnenbandjes had, de mijne had ik thuis op de tafel laten liggen. Zonder blikken of blozen hing hij m’n racefiets in de beugels en binnen no time zat er een nieuwe binnenband in m’n achterwiel. Hij controleerde nog even of er geen rare bobbels in mijn wiel zaten en gaf nog ’n zwengel aan de versnellingen. Op het ritme van het getik van de ketting ratelde hij wat aan m’n derailleur en ik kon weer de deur uit. Ja ja, dit alles zonder eerst moeilijk in zijn agenda te kijken om vervolgens een diepe zucht te slaken dat dat toch echt niet meer ging lukken vandaag. Die klantvriendelijkheid moet je hier eens proberen te zoeken. Ik denk dat beide voorbeelden exemplarisch zijn. Wij zijn bovendien ook nog eens introverter dan aan de andere kant van de grens. We moeten dus naar buiten. De muziek voelen bij de buren.

De Euregio gaat leven als we werken aan onverwachte ontmoetingen. Eigenlijk zou er tegen de tijd dat Liewe een jaar of 18 is een Euregionale universiteit moeten zijn. Die universiteit staat in Henri-Chapelle. Dit is de plek waar deze hele regio bij elkaar komt. Rol je de berg af richting Oosten dan spreekt men er Duits. Rol je richting Noorden spreekt men er Nederlands en naar het Westen is het Frans wat de klok slaat. Op die universiteit wordt er dan ook in drie talen les gegeven en een van de hoofdvakken is muziek.

Zover is het nog lang niet en dus pleit ik vanuit mijn luie stoel voor gratis treinkaartjes van en naar Aachen en Luik en een gratis Euregionaal popfestival op de plek van de toekomstige Universiteit. Er moet namelijk iets te halen zijn. Een klein duwtje in de rug naar een levendige regio waar economische en technische groei ontstaat, simpelweg omdat we elkaars ritme verstaan.
Muziek kent immers geen taalbarrière!

Tags: , , , , , ,