Wat de pot schaft

april 5, 2011 – 10:59

Wat de pot schaft

Lokatie: Moerslag Lengte rit: 114,7 Hoogtemeters: 1213
Tijd: 04 uur, 31 minuten Gemiddelde: 25,3 Km/h Beeld: 14:24

Aangezien de lente nu echt is begonnen weet Marjolein dat daarmee ook de fietskoorts weer in alle hevigheid is losgebarsten. Elke week is er wel ergens een koers. Natuurlijk eerst in ’Bels’ met alle klassiekers in Vlaanderen, om dan kortstondig in Frankrijk en bij ons de grens over te komen voor – respectievelijk – de Hel van het Noorden en de Amstel Gold Race. Zijn die twee gereden, dan wordt het tijd voor de- in mijn ogen – twee mooiste koersen van het seizoen. Voor de Waalse Pijl neem ik zelfs vrij als het moet. Niet dat het koersverloop altijd even mooi is, maar de omgeving waar het zich afspeelt is ongeëvenaard. Zoals ik al eerder heb aangeven ( filmpje ) heb ik iets met contrasten. En juist Luik Bastenaken Luik en Le Fleche Wallon zijn koersen van weinig nuance. Gewoon afslikken zoals het wordt opgediend. Niet janken… gewoon happen!

Dit motto geldt dus ook voor de zondagmiddagen. Als het koers is, is er geen tijd voor Bumba, Plop, Teletubbies of Eigen Huis en Tuin op televisie. Met een Jupiler in de hand wordt gekeken naar de koers, punt. Marjolein is er intussen wel aan gewend, Liewe allesbehalve. Die verveelt zich stierlijk en loopt dus zo veel mogelijk voor het beeld langs of smijt met Duplo-blokken naar m’n hoofd, hopend op wat onverdeelde aandacht. Ik zet ’m dan vervolgens in de ’negeerstand’. En dat pikt ie niet! En dat zal ik weten ook. Hij moet hebben gedacht ‘jij mij in de negeerstand’, dan ik jou!” En dus zit ik nu elke zondagavond vol met voorgekauwd eten op m’n gezicht. Bij elke hap die ik wil geven slaat hij, óf de lepel uit m’n handen, óf hij spuugt het hele spul ’return to sender’. Zodoende sta ik mijn wenkbrauwen te ontdoen van lauwe macaroni, of voor de spiegel vissticks uit m’n haar te plukken. En meneer, meneer vermaakt zich kostelijk. Met een dikke grijns zit ie me keer op keer gewoon uit te lachen?!

Eerlijkheidshalve moet ik toegeven dat dit niet alleen gebeurt tijdens dagen dat er iets met fietsen op TV is. Eigenlijk is het zo dat we druk bezig zijn om meneer te laten eten wat de pot schaft. Alleen is meneer het er nog niet zo mee eens. Inmiddels zijn we zover dat we ons afvragen of we het varkenshaasje met brie en Provinciaalse aardappeltjes uit de oven ook in de blender moeten kiepen en het dan volgens het aloude ’trechter met slang’ -recept moeten laten afglijden? Of zou het helpen als we een infuusje aanleggen?

Zo’n infuusje zou trouwens afgelopen zondag bij sommige deelnemers van de eerste toertocht van dit seizoen ook geen overbodige luxe zijn geweest. Dit weekend werd niet alleen de Hoogmis in Vlaanderen gereden. Nee, wij – de mindere goden – reden de Hel van het Mergelland. Voor het eerst in zijn bestaan ook georganiseerd als toertocht. Daags na de profs mocht het ‘pleps’ over het zelfde parcours bollen.

Een ’Hel’ zou het worden. De eerste uurtjes in prachtige zonneschijn gevolgd door bakken met zeiknatte, vieze, koude regen. Ik reed met wat mensen van ANDI-druk en onze ontwerpcollega’s uit Maastricht van Zuiderlicht. Martijn en Paul besloten al vrij snel op eigen tempo te rijden en kwamen dus zonder al te veel moeite over de finish. Anders was het – ondanks de oudewijvenafstand die we reden – met Sjef. Sjef kwam goed mee tot aan de twee-na-laatste klim. Daar stond hij totaal geparkeerd, evenals als bij ‘Le Waides” welke als laatste klim van de dag een mooie finale. Toen ie boven kwam zei ik tegen ’m: ”Ik had je gewaarschuwd!” Ach, zei Ron… ”Je moet het tot je nemen zoals het komt; gewoon even slikken en weer doorgaan”. De laatste kilometers heeft Sjef ‘lekker’ aan het elastiek gehangen. Michel Wuyts zou zeggen ‘hij zit tussen z’n kader geplooid!’ Moe maar voldaan stapte Sjef in Eijsden van z’n fiets. Hopend op ’n infuusje hersteldrank.

Om terug te komen op datgene waar ik mee begon: Mijn liefde voor de Waalse koersen komt eigenlijk door het decor. Het decor van de rauwe stad en de lieflijke schoonheid van het Luikse achterland. Ik ben van mening dat die contrasten waardevol zijn voor Maastricht Culturele Hoofdstad 2018. Misschien komt het omdat ik een buitenstaander ben, maar als ik in, en om Luik vertoef, dan voelt het authentiek. Luik en achterland versterken elkaar. Na jaren van verval staat de regio daar letterlijk en figuurlijk in bloei. De Waalse overheid stampt her en der projecten uit de grond, met als doel het verrijken van de toekomst met een groot historisch besef. Alleen al de manier waarop ze het prachtige station Guillemins hebben ingepast in de context van de stad is noemenswaardig. Lezend op de website van Maasticht 2018 over wat de plannen zijn om de titel in de wacht te slepen, kan ik alleen maar hopen op dat ze de contrasten van de diverse deelnemende regio’s weten te waarborgen. Maastricht is geen Luik, net als Sittard geen Aachen is; laat staan dat je Eijsden-Margraten kunt vergelijken met Eupen. Maak het niet tot ’n eenheidsworst. Dat slikt te makkelijk af. Soms moet het ook even pijn doen. Want als het pijn doet; dan moet je maar wat beter je best doen.

Bon Appetit!

Tags: , , , , , , ,

Feestje

maart 24, 2011 – 14:49

Feestje

Lokatie: Sippenaeken (België) Lengte rit: 125,2 Hoogtemeters: 1368
Tijd: 05 uur, 02 minuten Gemiddelde: 25,1 Km/h Beeld: 14:08

Daar stonden we dan; de bedoeling was eigenlijk dat we met ’n man of vier zouden zijn, maar helaas, voor de één was het te vroeg, de ander had geen zin meer en nog een ander had elders verplichtingen. Uiteindelijk stonden we dus met z’n tweeën om zeven uur ’s ochtends in de vrieskou te blauwbekken voor een trainingsritje van ’n uurtje of vijf. Ik kende Cees alleen van ’n forum. Aldaar waren we ’n keer in gesprek gekomen over een – nog op te richten – tourclubje van vrije vogels. Nu de lente was begonnen, moest er ook maar eens ’n begin gemaakt worden met dat tourclubje. In de naïeve veronderstelling dat ik als jonge wielergod de meeste andere (fanatieke) toerders wel kon bijbenen, verdween net zo snel als de lichte mist in de Zuid-Limburgse dalen voor het bleke lentezonnetje.

Nondeju! Onder het mom van opwarmen reden we met dik dertig in ’t uur Maastricht uit. Op het tweede klimmetje van de dag – na krap twintig minuten onderweg te zijn – dacht ik; ”dit ga in never vijf uur lang volhouden”. Cees bleek een überfanatieke fietser. Zo eentje van in de winter op de Tacx en hij had bovendien diverse tochten op z’n naam staan die ik voorlopig alleen nog maar op het verlanglijstje heb. Je kent het wel… La Marmotte, Trois Ballons, Maratona dles Dolomites, dat werk. Ondanks dat het in het begin hard ging, heb ik afgelopen zondag echt genoten. Naarmate de ochtend vorderde begon ik lekkerder te trappen. Ik kon mijn metgezel van de dag, die een echte Sjeng bleek te zijn, zelfs over een aantal voor hem nog onontgonnenwegen laten rijden. Bijna thuis – tenminste dat dacht ik – riep Cees; ”We hebben nog effe; laten we er nog een slinger naar Beek aan geven!” “Prima,” zei ik. Het feestje kon me niet lang genoeg duren.

Datzelfde moet Liewe trouwens de dag ervoor ook hebben gedacht. We waren zaterdag op het verjaardagsfeestje van Pleun. Pleun werd één jaar en dat heuglijke feit moest gevierd worden. Dus hup in de auto, op naar Den Bosch. Na binnenkomst heeft Liewe eerst een uur lang op één en dezelfde plek gestaan. Het was alsof er Bizonkit onder z’n zolen zat. Stokstijf bevroren heeft ie zich een uur lang – met ’n ballonnetje onder z’n armen – aan allerlei pluimage volk staan te vergapen. Eenmaal ontdooid had meneer het voor de rest van de dag gemunt op alles wat er te eten was, zolang het maar geen groente was of er ook maar enigszins op leek. Chip, koekjes, stokbrood, kroepoek, Tucies, Lange Vingers, schuimpjes en pannekoeken. Alles moest naar binnen en afgeslikt worden met een pakje Fristi. Ja, Fristi! Niet uit een beker, nee, dat moet meneer niet meer. Meneer wil ’n rietje. Want dat kan ie! De hele dag is de kleine baas druk in touw geweest. Niks wilde hij missen van dit feestje. Voetballen, lummelen, klimmen, kleuren, racen en fietsen; alles heeft ie gedaan. Om 19:30 reden we weg uit Den Bosch, om 19:31 lang meneer keihard te snurken achter in de auto. Bekaf, maar voldaan.

Datzelfde heb ik vandaag gevoeld. Ik lig dit stukje in bed te typen. Met de luiken op half zeven. Nog even en ik heb stokjes nodig voor de laatste paar regels. Waarom? Nou, vandaag was weer een feestje. Na een aantal hectische weken met allerlei klussen en pitches was het vandaag weer eens een papadag zoals die horen te zijn. Geen telefoon, geen e-mail; gewoon even geen werk en geen gedoe. Vandaag was het ons feestje. Zoals elke twee weken eerst naar zwemles waar Liewe als een echte Van den Hoogenband door het water snijdt. Na het zwemmen is het tijd voor ’n fruithapje en een ochtenddutje om zo weer fit en vol energie aan de middag te beginnen. Omdat het echt lente aan het worden is en ik over twee maanden de Waalse Pijl wil rijden besloten Liewe en ik maar een rondje krachttraining te doen. Op de fiets van Marjolein – stadsfiets met fietstas, drie versnellingen en kinderzitje – reden we eerst de Bemelerberg op, de Rasberg af en daarna de Kuitenberg weer op. Ik kan je verzekeren: met ’n koter van twaalf kilo voor op het stuur kost dat een hoop kracht. In Meerssen namen Liewe en ik op het terras ’n stevige pannenkoek met stroop. Ik een Ice Tea, hij – hoe kan het ook anders – een Fristi.

Met ’n rietje graag, mevrouw. ’t Is immers feest!

Tags: , , ,

Vinger aan de pols

maart 15, 2011 – 20:54

Vinger aan de pols

Lokatie: Maastricht Lengte rit: 103,2 Hoogtemeters: 1538
Tijd: 04 uur, 06 minuten Gemiddelde: 25,2 Km/h Beeld: 14:08

De afgelopen maand was het één en al ellende. Nou, qua gezondheid dan en ook dat is natuurlijk relatief. Mijn persoonlijke ellende zat ’m vooral in het feit dat ik al drie weken met pijn in m’n strot rondliep, een fikse griep te verduren had en dat alles vergezeld van een kop vol groene bagger. Ik had me al diverse malen ziek, zwak en misselijk bij de huisarts gemeld en slikte Ibuprofen alsof het Smarties waren. In de week voor Carnaval voelde ik me zo beroerd dat ik zelfs drie dagen in m’n nest heb liggen stinken. Die vrijdagavond voor carnaval belde Niels (vriend uit Bels) met de vraag of er nog plannen waren om ons – net als vorig jaar – weer een stevig stuk in de kraag te gaan zuipen. Enigzins aarzelend en met enige tegenzin gaf ik ’m een bevestigend antwoord. Gooide nog twee Ibuprofen in m’n mond en stapte op de fiets richting stad. Vijf uurtjes later, knetterlam en vier sigaretjes verder (en ik rook al drie jaar niet meer) lag ik in m’n bed. Draaiend als een mallemolen probeerde ik me te focussen op ’n klein lichtpuntje dat van buiten in onze slaapkamer scheen en hoopte zo snel in slaap te vallen zonder nog ’n keer te moeten opstaan om nog eens gezellig over m’n nek te gaan. Jezus wat was ik weer eens lekker brak!

Biep, Biep. Berichtje van Martijn. ”De plannen zijn veranderd, rondje doen? 75km/900hm? Vanmiddag rond tweeën vertrek?” Prima, smste ik terug. Enkele uren later zat ik met m’n brakke kop vol snot en nog een vleugje griep onder de leden op de fiets. Er werden 75 rustige kilometers weggetrapt. In de twee opvolgende dagen trapte ik er zo nog 130 weg en daarmee ook mijn eeuwig lijkende verkoudheid en het laatste restje griep. Om de vinger aan de pols te houden wat mijn gesteldheid betreft lette ik onderweg netjes op de hartslagmeter. Nooit boven omslagpunt was het devies.

Afgelopen weekend wilde ik weer ’n 100+ kilometerrit maken. Weer lekker op ’t gemak. Bij vertrek bleek mijn fietscomputer echter te zijn overleden. Heel fijn, nog geen drie jaar geleden gekocht voor net geen driehonderd schamele euro’s en nu al naar de klote. En hoe hield ik nu m’n hartslag in de gaten? Nou… niet! Puur op gevoel. En zo gleden zondag 103 kilometers en dik 1500 hoogtemeters onder de wieltjes door. Nergens forceren, nergens in het rood en dus nergens in de problemen. Al zag m’n stuur er behoorlijk naakt uit en had ik geen knopjes om aan te pielen onderweg, ik miste het eerlijk gezegd niet. Het voelde haast als een bevrijding. Lekker relaxed, lekker freewheelen.

Dat is volgens mij ook precies zoals Liewe zich moet voelen en hoe hij de wereld beleeft nu hij zich er steeds bewuster in beweegt. De kleine baas is nu een maand of zestien oud en kijkt de hele dag glunderend uit z’n ogen. Compleet onbezonnen, geen stress, nooit ‘in ’t rood’ en nooit gepiel met cijfertjes. Het enige waar hij zich druk over maakt is of z’n eten op tijd naar binnen wordt geschoven, of z’n konijn nog naast ’m in bed ligt en of z’n Duploblokken morgenvroeg nog op elkaar passen. Daarbij; papa en mama zijn er toch om ’n vinger aan de pols te houden.

Al met al kwam ik er dus op de fiets achter dat we met z’n allen een stel overdreven controlfreaks aan het worden zijn. De één iets meer dan de ander, maar met de huidige technieken kun je alles en iedereen volgen, analyseren en dus ook manipuleren. Menigeen is bang wat te missen en menigeen is bang, als zijn of haar naam niet te googelen valt,eigenlijk niet te bestaan. Met ’n iPhone, BlackBerry, iPad of gewoon met je laptopje ben je in staat alles te volgen wat er is gebeurd en/of staat te gebeuren. Met Twitter, Facebook, LinkedIn, Digg en wat al niet meer kun je ook nog laten weten wat je er van vond. Tot de dag van vandaag vond ik het allemaal bere-interessant. Juist tot de dag van vandaag.

Meer en meer ben ik me gaan realiseren dat het eigenlijk geen zak uitmaakt of ik nu vind – en nu maak ik waarschijnlijk geen vrienden – dat op LinkedIn bijvoorbeeld, de ‘We are Maastricht-Region’ groep ook ‘We are Maastricht Region’ blijft heten? Lekker belangrijk! Als je het aantal reacties ziet op zo’n non-discussie, dan vraag je je wel eens af of sommige lieden nog wel echt aan het werk zijn. Zijn ze wellicht bang niet meer gezien te worden? Zijn mensen soms bang dat hun bestaansrecht ophoudt als ze zich online niet gedragen als een ADHD-er met faalangst? Natuurlijk zie ik absoluut de meerwaarde van de mogelijkheid tot online discussiëren maar waar houdt het op? Wanneer laat je de boel de boel en laat je het lekker lopen? Ik ga het maar eens proberen. Even geen stress meer, even geen gedoe…

Lekker even digitaal dood.
Zonder pols en zonder vinger!

Tags: , , , , , ,

Hogere Machten

februari 1, 2011 – 10:39

Hogere Machten

Lokatie: Hèvremont (België) Lengte rit: 100,3 Hoogtemeters: 1286
Tijd: 04 uur, 11 minuten Gemiddelde: 24,3Km/h Beeld: 12:14

Eigenlijk had er vorige week ook een blog post moeten zijn. Helaas; buiten dat het weer te vies en te nat was om er op uit te trekken, hebben mijn gedachtes geen plaats gehad voor mooie anekdotes over politiek, de regio of vakgerelateerde zaken. Mijn gedachte waren de afgelopen week vooral bij m’n broer en wat die gozer op z’n 33-ste allemaal ’moet’ doorstaan.

Enfin. Na weken van nattigheid was ik toch echt niet van plan om weer binnen te blijven zitten. Ook al was het zondagochtend een beetje aan de ’frisse’ kant, ik moest gewoon even een rondje rijden. Ik dacht zaterdagavond nog dat de vorst wel mee zou vallen. Nou; Not dus! Mijn bandjes kraakten op het ijzige wegdek. M’n wangen waren zowat stijf bevroren. Mijn tweede bidon had ik – omdat de eerste meer ijs dan sportdrank bevatte – maar onder mijn jasje gestoken om ‘m tegen bevriezing te beschermen. In de afdalingen trok al mijn mannelijkheid zich terug op zoek naar warmere oorden… Jezus, en ik was pas bij Teuven. De tering het was zo koud op de fiets dat ik er sneeuwballen van kreeg! Ergens in de buurt van Sippenaeken twijfelde ik of ik mijn ritje van vandaag nog zou voortzetten of dat het misschien wel beter was om het stuur om te gooien en richting huis te keren. Ik weet niet of Hij er iets mee te maken heeft, maar bij het wegkruis dat pontificaal op de kruising, Sippenaeken en Hombourg staat, sloeg ik een kruisje. Alsof ik bij Hem een verzoek tot beter weer had ingediend, trok de mist beetje bij beetje weg. Uiteindelijk heb ik de resterende drie uur in ’n heerlijk zonnetje rondgetrapt.

Dat kruisje sloeg ik trouwens niet als smeekbede voor ’n beetje beter weer op deze koude zondagochtend. Dat kruisje was voor m’n broer(tje). De regelmatige lezer kent zijn verhaal en het verhaal kent – helaas – ’nog’ geen happy end. Arie heeft nu een maand of 9 chemo achter de rug en zou dus – volgens de heren geleerden – schoon moeten zijn. De realiteit is echter dat dat nou ”net” niet het geval is. Na uitgebreide tests blijken er nog ’n paar kleine plekjes te zitten. Ik kan niet anders zeggen dat het belletje van Arie – om me op de hoogte te brengen van zijn situatie – voelde als een klap in het gezicht. Ik heb die middag op de studio alles uit m’n handen laten vallen en ben naar huis gegaan. Arie moet nu weer drie maanden wachten op verdere behandeling, waarvan nog niet vaststaat welke vorm deze kent. Hoogstwaarschijnlijk zal het wel neerkomen op bestralingen, maar dat weten we over ’n tijdje pas zeker. Juist de onzekerheid maakt het hele verhaal zo zuur en juist die gedachte is het waard om nog ontelbare kruisje te slaan. Ik weet dat Arie weer helemaal het mannetje wordt en de statistieken geven dat ook aan. Maar wat is er mis met het aanroepen van wat Hogere Machten. Baat het niet, dan schaadt het niet! Vanaf het bewuste kruispunt heb ik dat dus ook herhaaldelijk gedaan. Voor de oplettende mens die regelmatig in het Heuvelland bivakkeert weet dat hier ’n hoop kruizen, Maria-beeldjes en kapelletjes staan. Man; ik heb me ’n lamme arm aan kruisjes geslagen. Alle beetjes helpen… toch?

Arie jongen; als je dit leest – Google Analytics zegt dat je dat met enige regelmaat doet – weet dan dat we hier voor je duimen. Sterker nog, er worden hier – zoals je hebt gelezen – Hogere Machten aangeroepen. Allemaal om je herstel iets te bespoedigen. Want hoe sneller we weer op ’n quad door de bergen kunnen racen, des te liever het me is!

Tags: , , ,